Standpunt EPP-fractie over Regionaal beleid 2.0. - EU-regio's, steden en landelijke gebieden in de EPP-focus

02.07.2025

Standpunt EPP-fractie over Regionaal beleid 2.0. - EU-regio's, steden en landelijke gebieden in de EPP-focus

Belangrijke opmerking

Dit document is automatisch vertaald.


Originele versie weergeven
Een hogesnelheidstrein rijdt over een lang viaduct

De PPE-Fractie is van mening dat investeringen in het kader van het cohesiebeleid in de hele EU hebben geresulteerd in ongeëvenaarde positieve effecten voor regio's, steden, eilanden, plattelandsgebieden, grensgebieden, afgelegen gebieden en ultraperifere regio's. Elke EU-lidstaat heeft direct of indirect de positieve effecten ervaren van financiering via de EU-begroting; de resultaten van de vele lokale projecten bevestigen de onmisbare rol van regionale en lokale investeringen via het cohesiebeleid en benadrukken de rol en zichtbaarheid ervan in het meerjarig financieel kader (MFK). De meer prioritaire langetermijninvesteringsaanpak van het cohesiebeleid, in combinatie met het aspect gedeeld beheer, heeft bijgedragen aan de prioriteiten van de EU, namelijk steun voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), onderzoek en innovatie, digitalisering, plattelandsontwikkeling, betere stedelijke infrastructuur, duurzaam toerisme, vervoersinfrastructuur, cultuur en onderwijs, gezondheidszorg, sociaal beleid, grensoverschrijdende projecten en samenwerking, de energietransitie, energie-efficiëntie, het klimaat en het milieu.

De EVP-fractie merkt op dat uit evaluaties die door de lidstaten zijn uitgevoerd over de resultaten van de investeringen in het kader van het cohesiebeleid 2014-2020 blijkt dat het cohesiebeleid over het algemeen positieve resultaten heeft opgeleverd op de gebieden die het heeft ondersteund. De PPE-Fractie onderstreept dat cohesie-investeringen een cruciale rol spelen bij het bevorderen van innovatie-ecosystemen en het vergroten van de veerkracht bij zowel huidige als toekomstige crises, waaronder crises als gevolg van geopolitieke instabiliteit en klimaatgerelateerde uitdagingen, en aldus bijdragen aan de doelstelling van artikel 174 VWEU.

Aangezien de groei van het bbp zonder deze investeringen lager zou zijn geweest, moet het cohesiebeleid alle regio's blijven ondersteunen door middel van subsidies. Een versterkt en impactvol cohesiebeleid is ook even belangrijk voor minder ontwikkelde regio's, eilanden, ultraperifere regio's, regio's met een ontwikkelingsachterstand en regio's die in de ontwikkelingsval terecht zijn gekomen in de westelijke en zuidelijke lidstaten. Daarom is het nodig om eilanden en ultraperifere regio's van de Europese Unie te voorzien van adequate middelen en knowhow om een betere toegang tot financiering te krijgen.

De EVP, als de Groep van lokale en regionale vertegenwoordigers, benadrukt in het bijzonder de rol van het cohesiebeleid in de ondersteuning van Europese territoriale samenwerking (ETC) over de grenzen heen - de belangrijkste doelstelling van het beleid met een aparte rechtsgrondslag - op gebieden zoals onderzoek, ontwikkeling en innovatie en het milieu. De invoering van "macroregionale strategieën" als geïntegreerde kaders voor grensoverschrijdende samenwerking heeft grote resultaten opgeleverd. Deze moeten echter verder worden versterkt om een constitutief element van het Europese project te worden en hun volledige potentieel te ontwikkelen. Verdere vereenvoudiging van grensoverschrijdende samenwerking en interoperabiliteit van infrastructuur en diensten moet binnen hun kader worden gewaarborgd om gemakkelijker verkeer van mensen, diensten, goederen en kapitaal mogelijk te maken. De EVP-Fractie steunt het wegnemen van grensoverschrijdende administratieve belemmeringen door het bevorderen en implementeren van oplossingen zoals 'BridgeforEU', evenals een betere toegang tot openbare diensten in de grensregio's als gevolg van een betere grensoverschrijdende samenwerking.

Het is van essentieel belang om het succesverhaal van Interreg te onderstrepen, dat een afzonderlijk instrument in het kader van het cohesiebeleid moet blijven met behoud van de huidige onderdelen. Het is van cruciaal belang dat de financiering van Interreg stabiel blijft op ten minste het huidige niveau en dat de criteria voor de toekomstige verdeling van de middelen transparant en objectief zijn en gebaseerd op betrouwbare gegevens.

Toekomstig cohesiebeleid: sterker, beter, sneller

De EVP-fractie benadrukt dat de volgende generatie van regionaal beleid sterk en ambitieus moet blijven en dat het belangrijk is om een sterk en adequaat gefinancierd cohesiebeleid te handhaven. Zij bevestigt opnieuw dat het cohesiebeleid een afzonderlijke en duidelijk herkenbare pijler moet blijven binnen het volgende MFK, met specifieke middelen en bestuur, om de territoriale verschillen met succes te blijven aanpakken en langetermijninvesteringen in minder ontwikkelde regio's te blijven ondersteunen. Het uitvoeringsmodel moet gebaseerd zijn op gedeeld beheer en een sterke regionale en lokale focus, een plaatsgebonden aanpak en strategische langetermijnplanning vertonen, door middel van territoriale doelstellingen en mijlpalen waar van toepassing. De EVP-Fractie gelooft in gedecentraliseerde programmering en een uitvoeringsmodel dat is gebaseerd op het sterke partnerschapsbeginsel met regionale en lokale betrokkenheid bij zowel de besluitvorming als de uitvoering, een versterkte implementatie van de Europese gedragscode, de betrokkenheid van economische actoren en actoren uit het maatschappelijk middenveld, gedeeld beheer en meerlagig bestuur, die essentiële elementen van dit beleid zijn en de effectiviteit ervan bepalen.

De PPE-Fractie is van mening dat financiering voor regio's, steden en plattelandsgebieden moet worden toegekend door de werkelijke behoeften ter plaatse te beoordelen. Daarom moeten prioriteiten en mijlpalen op een bottom-up manier worden geaggregeerd, in plaats van een eenvoudige top-down oefening. Inspelen op regionale en lokale behoeften moet centraal staan in de beleidsvorming om lokale uitdagingen aan te pakken en een pro-Europees gevoel te creëren. Daarom moeten de lokale en regionale overheden betrokken blijven bij het ontwerp, de programmering en de uitvoering van de cohesiefondsen, zodat het subsidiariteitsbeginsel volledig wordt nageleefd en een bottom-upaanpak wordt gevolgd. In dit verband is de groep van mening dat initiatieven van de Commissie, zoals het Convenant van burgemeesters van de EU, met zijn 12 000 steden, een belangrijke rol spelen bij het ontwerpen en uitvoeren van de volgende generatie cohesiebeleid. Echter, in het licht van de doelstellingen van artikel 174 VWEU, moeten alle soorten gebieden evenwichtig vertegenwoordigd zijn in de financiering, en daarom roept de Fractie op tot een beperking van de geografische reikwijdte van het beleid, aangezien het berust op een beperkte en misleidende opvatting van de impact en voordelen ervan.

De EVP-Fractie benadrukt dat hervormingen van de prestatiemethodologie niet het RRF-model moeten volgen om starheid van de implementatie, het risico van uitgestelde betalingen en vertragingen bij de implementatie te voorkomen. Regionaal beleid heeft een uitgebreide prestatiemethodologie, gebaseerd op horizontale en specifieke voorwaarden die hervormingen mogelijk maken, terwijl de voorlopig geplande mijlpalen en doelen vaak direct gekoppeld zijn aan hervormingen. De EVP-Fractie is vastbesloten om zich te verzetten tegen elke methodologie die geen ruimte biedt voor flexibiliteit of die geheel of gedeeltelijk losstaat van de doelstellingen die in het Verdrag zijn vastgelegd of van de daadwerkelijke behoeften op lokaal en regionaal niveau. Er moet een duidelijke afbakening zijn tussen het cohesiebeleid en andere EU-beleidsinstrumenten om overlappingen en concurrentie tussen instrumenten te voorkomen, de complementariteit van de verschillende interventies te garanderen en de zichtbaarheid en leesbaarheid van de EU-steun te vergroten. Het is ook belangrijk ervoor te zorgen dat verschillende EU-fondsen niet worden gebruikt om dezelfde doelstellingen of acties te financieren en dat de cohesiefondsen de nationale investeringen aanvullen in plaats van overlappen. Dit versterkt het efficiënte gebruik van middelen en versterkt de toegevoegde waarde van EU-financiering.

De PPE-Fractie roept op tot de verplichte betrokkenheid van lokaal gekozen vertegenwoordigers, het maatschappelijk middenveld en sectorale belanghebbenden - vooral uit plattelandsgebieden - bij de programmering en het bestuur van de EU-cohesiefondsen. Alleen een bottom-up benadering, geworteld in de werkelijke regionale behoeften, kan zorgen voor een efficiënte en geaccepteerde projectimplementatie.

De EVP-Fractie onderstreept het belang van het behoud van de structurele integriteit en identiteit van de afzonderlijke EU-fondsen in het kader van het cohesiebeleid. In overeenstemming met het subsidiariteits- en effectiviteitsbeginsel is de Fractie tegen de invoering van een 'single fund approach' in het volgende Meerjarig Financieel Kader (MFK). Structuurfondsen, waaronder het EFRO, ESF+ en het Cohesiefonds, moeten duidelijk afgebakend blijven en vallen onder hun respectievelijke doelstellingen en regelgevende kaders om verantwoording, transparantie en op maat gemaakte steun voor lokale en regionale ontwikkeling te garanderen. De EVP-Fractie steunt plaatsgebonden geïntegreerde investeringsplannen als een instrument om het beleid af te stemmen op lokale behoeften. Deze plannen maken samenwerking mogelijk tussen gemeenten, bedrijven, gemeenschappen en NGO's om oplossingen te bieden voor klimaatneutraliteit, werkgelegenheid en inclusieve groei. Het mede-ontwerp ervan door regionale en lokale actoren ontsluit de transformatieve kracht van EU-investeringen. De PPE-Fractie onderstreept het belang van de uitbreiding van het gebruik en de reikwijdte van geïntegreerde territoriale investeringen (ITI's), onder meer door grensoverschrijdende ITI's toe te staan in de programmeringsperiode na 2027. Als gecoördineerde investeringsinstrumenten die zijn afgestemd op nationale en lokale strategieën, zijn geïntegreerde territoriale investeringen essentieel voor een samenhangende, veerkrachtige ontwikkeling.

Flexibiliteit in een veranderende wereld

De PPE-Fractie benadrukt dat een gebrek aan flexibiliteit in de toewijzingsmethode mogelijk kan leiden tot een verergering van de reeds betreurenswaardige vertraging in de uitvoering van het cohesiebeleid voor 2021-2027, die eerder actief moet worden verholpen door middel van verdere initiatieven die een betere absorptie van de cohesiefondsen mogelijk maken, met inbegrip van hogere cofinancieringsniveaus, hogere voorfinanciering en snellere terugbetalingen van investeringen. De toewijzing van middelen uit het cohesiebeleid moet gebaseerd zijn op transparante en objectieve criteria zoals het regionale bbp per hoofd van de bevolking, met als doel het nastreven van economische, sociale en territoriale convergentiedoelstellingen. De EVP-Fractie roept de Europese Commissie op tot duidelijke begeleiding en administratieve vereenvoudiging om betere absorptiepercentages en een effectief gebruik van de beschikbare financiering te garanderen. Het cohesiebeleid is al wendbaar en flexibel en is onderworpen aan een zeer verfijnd prestatiekader dat verder kan worden versterkt om het beleid nog relevanter te maken. De EVP-Fractie dringt er echter op aan dat meer flexibiliteit de voorspelbaarheid van investeringen in regio's, steden en plattelandsgebieden niet ondermijnt. De weg naar meer flexibiliteit mag niet leiden tot centralisatie van programmering en herprogrammering door de deelname van lokale en regionale autoriteiten te beperken. Lokale en regionale financiering mag niet het slachtoffer worden van ontwikkeling op centraal niveau. Verder pleit de EVP voor een betere toegang tot financiering voor lokale en regionale overheden, en voor binnen- en buitengrensregio's van de EU, en voor minder ontwikkelde regio's te garanderen. De behoefte aan ingebouwde crisisflexibiliteit zou moeten leiden tot het creëren van een speciale as voor lokale en regionale overheden om opkomende prioriteiten aan te pakken. Last but not least is flexibiliteit van het beleid vanuit het oogpunt van de begunstigden een belangrijk punt, onder meer door af te stappen van starre thematische concentratie, uniform voor alle regio's, en door regio's al bij de programmering van de financiering meer flexibiliteit te bieden om tegemoet te komen aan hun bijzondere behoeften en specifieke kenmerken.

De EVP-Fractie verwelkomt het initiatief van de Commissie om meer flexibiliteit toe te staan in de manier waarop de fondsen van het cohesiebeleid worden gebruikt, met inbegrip van de mogelijkheid om sommige fondsen om te buigen naar defensiegerelateerde investeringen en de ondersteuning van de jonge Europese defensie-industrie.

De EVP-Fractie onderstreept sterk het cruciale belang van voedselzekerheid, zowel in tijden van vrede als in tijden van conflict. Bijgevolg roept de EVP-Fractie op tot de mogelijkheid om middelen van het cohesiebeleid toe te wijzen voor de bouw van een netwerk van voedselopslagfaciliteiten voor de lange termijn, om zo te garanderen dat essentiële voedselvoorraden beschikbaar zijn om zowel de burgerbevolking als de strijdkrachten te ondersteunen in geval van conflicten of andere noodsituaties.

De PPE-Fractie benadrukt de noodzaak van sterkere cohesiebeleidssteun voor EU-regio's langs de oostelijke buitengrens met Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland, die onder grote sociaaleconomische druk staan als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Deze regio's hebben te maken met verstoorde lokale economieën, volksverhuizingen en een toegenomen vraag naar openbare diensten. Aangezien zij een sleutelrol spelen in de veiligheid en veerkracht van de EU, hebben zij gerichte steun, een grotere financieringsflexibiliteit en aangepaste cohesiebeleidsinstrumenten nodig om effectief te kunnen reageren op de huidige uitdagingen.

De PPE-Fractie erkent dat de cofinancieringspercentages moeten kunnen worden aangepast aan de werkelijke behoeften, en stelt waar nodig een bepaling op NUTS 3-niveau voor. Dit maakt een nauwkeuriger weerspiegeling van de lokale begrotingscapaciteiten mogelijk en zorgt voor een eerlijkere, meer gerichte toewijzing van middelen.

Veerkracht - maar niet ten koste van het beleid

Het aspect van de veerkracht van het cohesiebeleid kan niet worden gereduceerd tot de behandeling ervan, vooral in financiële termen, als een "beheersinstrument" voor de huidige of toekomstige crises waarmee de EU wordt geconfronteerd. Niettemin moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om cohesiefondsen op een flexibele manier te gebruiken als zich een noodsituatie of crisis voordoet, als ze daartoe besluiten. Het cohesiebeleid mag ook niet worden onderworpen aan een ondoordachte uitbreiding van de sterk centraliserende tendensen die worden belichaamd door sommige van de nieuwere instrumenten die de Unie ter beschikking heeft gesteld om deze crises te beheersen en die nu naast cohesie bestaan, waardoor beide worden bedreigd met onnodige "dubbele financiering" voor minder vitale projecten en met overbodige concurrentie voor financiering. Er zijn specifieke instrumenten nodig om een eventuele toekomstige crisis het hoofd te bieden. Om inefficiënties en overlappingen te voorkomen, zijn bovendien een duidelijke rolverdeling en een betere coördinatie tussen het cohesiebeleid en andere EU-instrumenten essentieel. Zonder coherente planning bestaat het risico dat de strategische focus verloren gaat en de verantwoordingsplicht verzwakt, vooral wanneer meerdere fondsen in dezelfde regio's actief zijn.

Effectieve en haalbare juste overgang

Het cohesiebeleid moet het beginsel van een rechtvaardige overgang blijven bevorderen door in te spelen op de specifieke behoeften van de regio's en daarbij geen gebieden en niemand achter te laten. Voortzetting van de financiering van het proces van rechtvaardige overgang moet worden gewaarborgd door de voortzetting van het Fonds voor rechtvaardige overgang met voldoende financiële middelen voor de programmeringsperiode na 2027.

De PPE-Fractie erkent dat de groene, digitale en demografische transities aanzienlijke uitdagingen met zich meebrengen en onderstreept de noodzaak van steun voor de regio's in dit opzicht. De EVP-Fractie benadrukt de noodzaak om gedeelde economische groei te behouden door het concurrentievermogen van de Unie te versterken.

De EVP-fractie onderstreept het belang van water als een vector van cohesie en een fundamentele hulpbron voor het bereiken van territoriaal evenwicht en duurzaamheid. Investeringen in waterinfrastructuur en -beheer moeten prioriteit krijgen binnen het kader van het cohesiebeleid, waarbij eerlijke en duurzame toegang tot waterbronnen moet worden gegarandeerd en waterschaarste en droogterisico's moeten worden aangepakt, vooral in kwetsbare regio's.

Eenvoudig is altijd beter

De EVP-Fractie benadrukt dat inspanningen om te vereenvoudigen niet mogen leiden tot centralisatie van beleid en/of samenvoeging van fondsen en instrumenten in één nationaal fonds. Bovendien mogen de toewijzings- en uitbetalingsmethodologieën niet het pad van de nationale plannen voor SRF volgen. De groep is daarentegen van mening dat vereenvoudiging moet leiden tot meer flexibiliteit, sterkere synergieën en gestroomlijnde regels en administratieve procedures voor het cohesiebeleid op EU-, nationaal en regionaal niveau. Dit laatste moet krachtig worden nagestreefd, voortbouwend op het bestaande goed ingeburgerde gedeelde beheerskader, om het vertrouwen onder gebruikers te versterken, de deelname van een breder scala aan actoren aan projectondersteunde projecten aan te moedigen en zo de impact van de fondsen te maximaliseren. De PPE-Fractie roept op tot een breder gebruik van digitale technologieën en oplossingen in de lidstaten om de uitvoering, monitoring en rapportage te vereenvoudigen en zo bij te dragen aan een efficiëntere administratie en minder fysieke documentatie. De PPE-Fractie benadrukt dat een vereenvoudigd en toegankelijker kader voor het cohesiebeleid niet alleen de absorptiepercentages en de administratieve efficiëntie zou verbeteren, maar ook rechtstreeks zou bijdragen aan het vergroten van het concurrentievermogen van de doelgebieden door de uitvoering van investeringen te versnellen, de opname van innovatie te vergemakkelijken en belemmeringen voor de toegang tot EU-fondsen te verminderen. Vereenvoudigingsinspanningen moeten specifiek worden gericht op begunstigden, om hun problemen bij de toegang tot financiering als gevolg van de veelheid aan subsidiabiliteitsregels, aanvraagprocedures, medefinancieringspercentages en toegangspunten te verlichten.

Bovendien moet het aantal sectorale programma's die overlappen met het cohesiebeleid worden gestroomlijnd. Om doeltreffend te zijn, moet het cohesiebeleid worden onderworpen aan regelmatige audits om een goed beheer van de fondsen te waarborgen, terwijl het aantal toezichthoudende autoriteiten die het proces bemoeilijken, moet worden verminderd.

De PPE-Fractie dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om vereenvoudigde, gedecentraliseerde one-stop-shops op regionaal niveau op te zetten om de toegang tot EU-financiering voor het MKB, boeren en micro-ondernemingen te ondersteunen. Deze hubs moeten hulp bieden bij aanvraagprocedures, rapportage en nalevingseisen, vooral in landelijke en minder dichtbevolkte regio's.

Demografie voor regionale groei

De PPE-Fractie merkt op dat alle Europese regio's te maken hebben met demografische uitdagingen (bijv. snelle vergrijzing, dalende geboortecijfers of migratiebewegingen, wat leidt tot verdere tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden, evenals 'brain drain'), maar demografische achteruitgang heeft een directere impact op sommige van hen. Veel grens-, afgelegen, plattelands-, insulaire en berggebieden blijven een aanzienlijk deel van hun bevolking verliezen. Het cohesiebeleid is het best toegerust om deze uitdagingen aan te pakken met zijn bestaande en toekomstige instrumenten op alle bovengenoemde gebieden.

Het belang van steun voor specifieke oplossingen voor regio's die te maken hebben met economische en demografische uitdagingen zoals plattelandsontvolking, vergrijzing, ontvolking, eenzaamheid en isolement moet worden onderstreept. Dergelijke steun moet de vorm aannemen van specifieke financiering en gerichte beleidsinstrumenten en moet onder andere gericht zijn op het verbeteren van het aanbod van hoogwaardige openbare diensten, het stimuleren van economische revitalisering en diversificatie en het creëren van een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van bedrijven en het scheppen van banen.

Bovendien is de PPE-Fractie van mening dat het cohesiebeleid gerichte maatregelen moet omvatten om het hardnekkige probleem van braindrain beter aan te pakken, vooral in minder ontwikkelde, plattelands- en ontvolkingsgebieden.

Het verbeteren van de transportinfrastructuur in deze regio's is ook een sleutelelement om hun bevolking de mogelijkheid te geven verbonden te zijn met grote stedelijke centra, terwijl hun recht op verblijf wordt versterkt.

In de context van demografische en sociale uitdagingen in onze regio's vereisen kwetsbare groepen zoals ouderen, vrouwen, personen met een handicap en jongeren speciale aandacht. Wat betreft de cohesiefondsen, die van vitaal belang zijn voor personen met een handicap, beveelt het Verdrag van de Verenigde Naties voor de rechten van personen met een handicap (UNCRPD) aan dat de lidstaten fondsen toewijzen in volledige overeenstemming met de beginselen en rechten in het kader van het Verdrag en ervoor zorgen dat het volledig wordt nageleefd.

In het bijzonder is het belangrijk om rekening te houden met de structurele sociale en economische situatie van de ultraperifere regio's van de EU, die wordt verergerd door hun afgelegen ligging, insulair karakter, kleine oppervlakte, moeilijke topografie en klimaat, economische afhankelijkheid van een paar producten, waarvan het permanente karakter en de combinatie hun ontwikkeling ernstig belemmeren, en hen te ondersteunen door middel van specifieke maatregelen op basis van artikel 349 van het VWEU. De PPE-Fractie roept de Commissie op om het POSEI-model te kopiëren naar andere economische sectoren van de UPR's, zoals vervoer.

De PPE-Fractie roept op tot sterkere, op maat gemaakte steun voor plattelandsregio's en de primaire productiesector. Het toekomstige cohesiebeleid moet specifiek de sociaaleconomische bijdrage van landbouwers, agrovoedingsproducenten en kleine en middelgrote ondernemingen op het platteland aan de regionale vitaliteit erkennen. De programma's moeten beter worden afgestemd op de realiteit van dunbevolkte en landbouwintensieve regio's en zich richten op economische veerkracht, voedselzekerheid en generatievernieuwing in de landbouw.

Stedelijke gebieden voor een betere levensstandaard voor alle Europeanen

De EVP vraagt dat het cohesiebeleid van de EU een antwoord biedt op de uitdagingen waarmee stedelijke gebieden worden geconfronteerd. Er moet een moderne en duurzame transportinfrastructuur worden ontwikkeld, zodat mensen en bedrijven in al onze steden gemakkelijk met elkaar in contact kunnen komen. Aanzienlijke verschillen in levensstandaard in Europese steden vormen een belemmering voor duurzame groei, versterkt door de groeiende huisvestingscrisis, die een adequate reactie vereist die cruciaal is voor het behoud van het welzijn van alle Europeanen.

Hervormingen zijn essentieel, maar één maat past niet voor iedereen

De EVP-fractie schuwt hervormingen van het cohesiebeleid en verbeteringen om het flexibeler en eenvoudiger te maken zeker niet. Ze benadrukt echter wel dat dergelijke veranderingen redelijk moeten zijn en dat het beleid niet te streng moet zijn wat betreft voorwaarden voor financiering, omdat dergelijke acties de Unie dreigen te delegitimeren in de ogen van de EU-burgers in de regio's, waardoor de deur wordt opengezet voor hun afglijden naar politiek extremisme. Tegelijkertijd moet bij de hervormingen het juiste evenwicht worden gevonden tussen vereenvoudiging en goed financieel beheer, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat verantwoordingsplicht en een goed gebruik van overheidsmiddelen kernbeginselen blijven zonder de begunstigden te overbelasten. De EVP-fractie benadrukt dat elke succesvolle hervorming van het cohesiebeleid moet worden afgestemd op de verschillende realiteiten, ontwikkelingsniveaus en de administratieve capaciteiten van elke lidstaat en regio, waardoor wordt opgeroepen tot flexibiliteit en subsidiariteit in het ontwerp en de uitvoering van cohesie-instrumenten. Het is dus belangrijk dat het cohesiebeleid een van de belangrijkste EU-instrumenten blijft om tegenwicht te bieden aan de uiteenlopende effecten die de interne marktkrachten en de regelgeving op verschillende gebieden en bevolkingsgroepen kunnen hebben.

Implementatiemodel voor actie en impact

De PPE-Fractie roept op tot een breder gebruik van digitale technologieën en oplossingen in de lidstaten om de uitvoering, monitoring en rapportage te vereenvoudigen - d.w.z. bij te dragen aan een efficiëntere administratie en minder fysieke documentatie. De Commissie en de lidstaten moeten ervoor zorgen dat alle regio's in de EU toegang hebben tot hogesnelheidsbreedband, zodat ze op gelijke voet staan om de digitale overgang te voltooien.

De Commissie, de lidstaten en de regionale overheden moeten de bestaande mechanismen voor het opsporen en bestrijden van onregelmatigheden, fraude en corruptie bij de financiering van het cohesiebeleid gebruiken en verbeteren. Hoewel veel onregelmatigheden eerder het gevolg zijn van onbedoelde fouten dan van fraude, blijkt uit het feit dat ze blijven bestaan dat er behoefte is aan betere administratieve ondersteuning en begeleiding voor begunstigden. Vereenvoudiging van procedures moet een belangrijke prioriteit blijven, maar zonder de verantwoordingsplicht of de integriteit van de uitgaven te verzwakken. Inspanningen om het aantal fouten te verminderen moeten hand in hand gaan met het versterken van de beheerscapaciteit en het handhaven van een degelijke financiële controle. Een toename van het algemene aantal onregelmatigheden, die vaak eerder het gevolg zijn van fouten dan van fraude, mag niet als excuus worden gebruikt om de financiering van het cohesiebeleid te beperken. Aangezien fouten vaak worden veroorzaakt door bureaucratische lasten voor de begunstigden, moet vereenvoudiging van het beleid in alle stadia de ultieme reactie zijn om ze te voorkomen. De rechtsstaatvoorwaarde is een overkoepelende voorwaarde die ervoor moet zorgen dat de middelen van de Unie op een transparante, eerlijke en verantwoordelijke manier worden gebruikt met een gezond financieel beheer. De aanpak van de slimme conditionaliteit is echter van toepassing op lidstaten die de conditionaliteitsverordening overtreden, zodat eindbegunstigden niet worden gestraft voor het optreden van hun regering.

In het algemeen roept de PPE-Fractie op tot een betere bescherming van de eindbegunstigden - regio's en gemeenten, studenten, KMO's en boeren. Het oorspronkelijke en essentiële doel en principe van het cohesiebeleid is om ongelijkheden te verminderen en niemand achter te laten: dit moet volledig behouden blijven.

Het succes communiceren

De EVP-Fractie benadrukt dat communicatie over de resultaten van de regionale investeringen van de EU essentieel is in een Unie die onderhevig is aan desinformatie. Uitgebreide, tijdige en gebruikersvriendelijke informatiecampagnes en -initiatieven zorgen voor vertrouwen in de EU, ontkrachten mythen en ontkrachten de verhalen van eurosceptici, terwijl tegelijkertijd de vooruitgang wordt onderstreept, de Europese waarden worden bevorderd en het vertrouwen van het publiek wordt versterkt. Het tonen en vertellen van succesverhalen over projecten is net zo belangrijk als de investering en de implementatie van resultaten. De EU en de lidstaten mogen niet terugdeinzen voor regelmatige communicatie en het tonen van hun toegevoegde waarde. Met het oog hierop moedigt de PPE-Fractie de lidstaten aan om transparantie en het bewustzijn van burgers actief te bevorderen door duidelijke en toegankelijke informatie over projecten die worden gefinancierd door instrumenten van het cohesiebeleid - inclusief voltooide, lopende of geplande projecten - openbaar te maken.

Andere gerelateerde inhoud