Standpunt van de PPE-Fractie over het meerjarig financieel kader na 2027

19.06.2025

Standpunt van de PPE-Fractie over het meerjarig financieel kader na 2027

Belangrijke opmerking

Dit document is automatisch vertaald.


Originele versie weergeven
Eurobiljetten en EU-vlag

De PPE-Fractie is van mening dat een sterke Europese Unie moet zijn uitgerust met een robuuste langetermijnbegroting die strategische prioriteiten kan verwezenlijken, adequaat kan reageren op onvoorziene gebeurtenissen, de zorgen van haar burgers kan aanpakken - ook door steun te bieden aan gezinnen - en kan bijdragen aan de transformatie van de EU tot een moderne, duurzame en veerkrachtige economie en samenleving. De EU-begroting moet gericht zijn op Europese collectieve goederen, die een EU-meerwaarde bieden en synergieën creëren tussen nationale en EU-projecten, terwijl de grensoverschrijdende, lokale en regionale dimensies prominenter moeten worden. Om economische efficiëntie en politieke haalbaarheid te garanderen, moeten de niveaus waarop een beleid wordt beheerd en de niveaus waarop het wordt gefinancierd, goed op elkaar worden afgestemd.

1. MFK-architectuur

De EVP is er sterk van overtuigd dat de toekomstige architectuur en het ontwerp van het MFK de rol van het Europees Parlement als wetgevende, begrotings- en kwijtingsautoriteit moet vrijwaren. Zij zal standvastig zijn in het verdedigen van de rechten van het Parlement om zijn bevoegdheden en prerogatieven volledig uit te oefenen om redenen van democratische legitimiteit.

Eén nationaal plan per lidstaat kan niet de basis vormen voor gedeelde beheersuitgaven na 2027. De SRF mag geen blauwdruk zijn voor de begroting van de Unie, vanwege de vele tekortkomingen van dit model en met name de inherente overcentralisatie. De regionale en lokale niveaus moeten centraal blijven staan in het toekomstige ontwerp van plannen voor gedeeld beheer.

  • De EVP-Fractie benadrukt dat de nationale plannen van de SRF niet als zodanig moeten worden overgenomen in het volgende MFK. De toekomstige EU-begroting moet ontworpen zijn om de succesvolle uitvoering van EU-beleid, zoals cohesie of landbouw, te ondersteunen en de verwezenlijking van hun gemeenschappelijke en specifieke doelstellingen mogelijk te maken.

  • De PPE-Fractie is bezorgd dat EU-financiering onder gedeeld beheer afhankelijk zal zijn van het behalen van mijlpalen en doelstellingen die gekoppeld zijn aan specifieke hervormingen op nationaal niveau. Zij is van plan deze optie alleen in overweging te nemen als bewezen is dat deze hervormingen evenredig en goed gekalibreerd zijn, rechtstreeks verband houden met het relevante EU-beleid en op het juiste niveau (nationaal, regionaal of lokaal) worden vastgesteld. Lokale en regionale overheden en andere begunstigden kunnen niet worden gestraft of ter verantwoording worden geroepen voor hervormingen die niet op nationaal niveau worden doorgevoerd.

  • De EVP-Fractie verwacht dat de rol van lokale en regionale overheden bij het ontwerpen van, onderhandelen over en implementeren van de relevante plannen volledig behouden blijft. Regionale en lokale overheden kennen de behoeften en specifieke kenmerken ter plaatse beter, en een plaatsgebonden aanpak, meerlagig bestuur en partnerschap zijn sleutelbeginselen die het volgende MFK moeten onderbouwen. Een sterke regionale en lokale capaciteit zorgt voor een efficiënte uitvoering en levert de hoogste toegevoegde waarde.

  • De EVP-Fractie dringt erop aan dat de financiering voor landbouw, visserij en cohesie in afzonderlijke structuren wordt veiliggesteld en duidelijk geïdentificeerde, afgeschermde toewijzingen krijgt volgens hun respectieve, gevestigde principes.

  • De EVP-Fractie is van mening dat, hoewel flexibiliteit een sleutelelement moet zijn van de toekomstige MFK-hervorming, dit niet ten koste mag gaan van het garanderen van een voldoende mate van voorspelbaarheid in de EU-financiering. In dit verband verwacht de Fractie dat regio's ook in de toekomst zullen kunnen beschikken over vooraf vastgestelde budgetten die hen in staat zullen stellen hun projecten te plannen en uit te voeren.

Het Competitiviteitsfonds, dat wordt gezien als een groot overkoepelend fonds waarin meerdere succesvolle EU-programma's worden samengevoegd, is in deze vorm niet aanvaardbaar omdat het de oorspronkelijke doelstellingen van die programma's in gevaar dreigt te brengen.

  • De EVP-Fractie benadrukt dat het Horizon Europe programma zijn merk en integriteit moet behouden en een op zichzelf staand EU-programma moet blijven in het volgende MFK. Er moet worden voorzien in een afzonderlijke toewijzing voor de Europese Onderzoeksraad en de Europese Innovatieraad, zodat excellentie de hoeksteen blijft van het onderzoeks- en innovatiebeleid van de EU. Horizon Europe en andere vlaggenschipprogramma's van de EU die bevorderlijk zijn voor groei en concurrentievermogen moeten worden opgenomen in een speciale MFK-rubriek in plaats van te worden samengevoegd in één fonds voor concurrentievermogen.

  • De PPE-Fractie is van mening dat een toekomstig fonds voor concurrentievermogen moet worden ontwikkeld op basis van de modellen van InvestEU en het EIF en gebruik moet maken van een instrumentarium van financieringsbronnen, waaronder garanties, leningen en eigen vermogen. Het moet een hefboomwerking hebben op particuliere financiering en ervoor zorgen dat startende ondernemingen, KMO's en scale-ups gemakkelijker toegang krijgen tot financiering.

  • De EVP-Fractie benadrukt dat het Competitiviteitsfonds KMO's moet ondersteunen en moet investeren in het stimuleren van innovatie door middel van robuust en horizontaal beleid dat alle economische sectoren raakt en essentieel is voor het behouden van het concurrentievermogen en het waarborgen van de integriteit van de interne markt. Het moet zich richten op het verbeteren van micro-economische omstandigheden in de hele Unie en ervoor zorgen dat alle lidstaten kunnen profiteren om met succes het Europese concurrentievermogen op de wereldmarkten te versterken en een op de wereldmarkt gebaseerde logica te volgen door subsidies te verstrekken voor industriële projecten die te maken hebben met een ongelijk speelveld op de wereldmarkt en die van strategische waarde zijn voor het concurrentievermogen van de Unie.

Een nieuwe Europese internemarktfaciliteit

  • De EVP vraagt om structurele investeringsbehoeften op langere termijn apart van het Competitiviteitsfonds te behandelen door middel van een speciale Europese Interne Markt Faciliteit om de voorspelbaarheid voor infrastructuurinvesteringen en planning te garanderen, inclusief voor maatregelen om de Interne Markt structureel te verdiepen. De nieuwe faciliteit moet voortbouwen op de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, met een duidelijke strategische focus en een grotere Europese toegevoegde waarde.

  • De internemarktfaciliteit moet nauw aansluiten bij de nieuwe strategie voor de interne markt en erop gericht zijn het potentieel van de interne markt volledig te ontsluiten door structurele hervormingen te combineren met langetermijninvesteringen in kritieke en grensoverschrijdende infrastructuur, onder meer door elektriciteitsnetwerken, spoorwegen en communicatienetwerken in heel Europa met elkaar te verbinden.

Het Global Europe Fund om de financiering van externe acties te vernieuwen, zoals beoogd door de Commissie, baart de EVP-Fractie ernstige zorgen.

  • De Fractie van de Europese Volkspartij herinnert eraan dat in het huidige MFK meerdere problemen zijn ontstaan door de samenvoeging van verschillende programma's tot het NDICI en aanzienlijke uitdagingen door de ondoorzichtige begrotingsnomenclatuur.

  • De EVP-Fractie benadrukt dat elke vermindering van het aantal programma's gecompenseerd moet worden door een veel gedetailleerdere uitsplitsing van de begrotingslijnen om de begrotingsautoriteit in staat te stellen op een correcte manier verantwoording af te leggen en ervoor te zorgen dat de besluitvorming in de jaarlijkse begrotingsprocedure en tijdens de uitvoering van de begroting zinvol is.

  • De EVP-Fractie benadrukt dat hoewel de EU en haar lidstaten 's werelds grootste donoren zijn op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, dit leiderschap onvoldoende zichtbaar is. Doordat de Commissie sterk vertrouwt op indirect beheer via uitvoerende partners, wordt de rol van de EU vaak verdoezeld, grotendeels als gevolg van te complexe interne regels.

  • De EVP-fractie roept op om alle uitgaven voor het GBVB een inherent onderdeel van de EU-begroting te laten zijn, behalve in het geval van militaire of defensieoperaties, om volledige transparantie en adequaat parlementair toezicht te garanderen.

De EVP-fractie is van mening dat er een duidelijke behoefte is aan vooruitgang in de richting van een echte Defensie-Unie, in het bijzonder bij de gezamenlijke aanschaf en de opbouw van gemeenschappelijke defensiecapaciteiten en de Europese industriële en technologische basis, in coördinatie met de NAVO en met volledige inachtneming van zowel de neutraliteitsverplichtingen als de specifieke veiligheidskwesties van de afzonderlijke EU-lidstaten. Dit doel kan worden bereikt door een herziening van de defensie-uitgaven, waarbij alle relevante EU-programma's in een speciale MFK-rubriek worden ondergebracht.

Paraatheid bij crises. De EU-begroting is niet ontworpen met de capaciteit om adequaat te reageren op onvoorziene situaties en in te spelen op nieuwe behoeften als gevolg van beperkte flexibiliteit.

  • De PPE-Fractie vraagt om voldoende ingebouwde crisisresponscapaciteit in het volgende MFK en voldoende marges onder elke rubriek. De uitgavenprogramma's moeten een aanzienlijke ingebouwde flexibiliteitsreserve bevatten, waarbij de toewijzing aan specifieke beleidsdoelstellingen door de begrotingsautoriteit wordt bepaald.

  • De PPE-Fractie is gealarmeerd door de toenemende impact van natuurrampen, die vaak het gevolg zijn van klimaatverandering en daarom in de toekomst waarschijnlijk vaker en heviger zullen voorkomen. Wij zijn van mening dat het MFK voor de periode na 2027 slechts twee speciale MFK-instrumenten zou moeten bevatten, één voor het waarborgen van solidariteit bij natuurrampen en één voor crisisrespons van algemene aard.

2. Omvang van het MFK na 2027

In tijden waarin de Unie wordt geconfronteerd met een toenemend aantal crises en de noodzaak om resultaten te boeken dwingend is, moet het MFK voor de periode na 2027 worden uitgerust met meer middelen dan in de periode 2021-2027. De EU-begroting moet adequaat worden uitgerust met de nodige middelen om zowel de huidige als de nieuwe beleidsprioriteiten aan te pakken, en om in staat te zijn haar wettelijke verplichtingen na te komen en de schuld die voortvloeit uit de NextGenerationEU terug te betalen.

  • De EVP-fractie is van mening dat voedselproductie en voedselzekerheid vitale componenten zijn van strategische autonomie en dat het GLB na 2027 een specifiek budget moet krijgen dat minstens op het huidige niveau wordt gehandhaafd, rekening houdend met de inflatie, om een vermindering van de reële waarde van de steun voor landbouwers te vermijden. De rechtstreekse betalingen moeten worden gehandhaafd omdat zij een duidelijke Europese toegevoegde waarde hebben en de productie en het inkomen van de landbouwers sterk ondersteunen, terwijl gerichte steun moet blijven bestaan voor gezinsbedrijven en jonge landbouwers. Het volgende MFK moet ook voorzien in voldoende financiering voor de visserij en aquacultuur in de EU om ervoor te zorgen dat de sector concurrerend en innovatief blijft en zich inzet voor een koolstofarme economie. De PPE-Fractie is een groot voorstander van het versterken van het POSEI-programma en de financiële toewijzing ervan, gezien de cruciale rol die dit programma speelt in het ondersteunen van de landbouwactiviteit en voedselvoorziening in de ultraperifere gebieden, en verzoekt verder om het creëren van een apart POSEI-programma ter ondersteuning van de visserij en aquacultuur in de ultraperifere gebieden.

  • De PPE-Fractie is van mening dat een gemoderniseerd cohesiebeleid groei moet stimuleren, convergentie tussen regio's moet bevorderen en versnippering binnen de interne markt moet voorkomen, maar ook nieuwe uitdagingen zoals huisvesting of demografische achteruitgang moet aanpakken. Het volgende MFK moet de economische, sociale en territoriale cohesie blijven ondersteunen door gerichte steun te verlenen aan alle regio's en dringt er daarom op aan dat het cohesiebeleid van de EU in reële termen ten minste hetzelfde financieringsniveau krijgt als in de huidige periode.

  • De EVP-fractie benadrukt dat het volgende MFK het concurrentievermogen moet stimuleren, de innovatiecapaciteit van de Unie moet vergroten en moet voorzien in investeringen om de strategische autonomie van de Unie te waarborgen. Het volgende MFK moet de financiering van EU-vlaggenschipprogramma's reserveren en prioriteit geven, onder andere op het gebied van onderzoek en innovatie (inclusief fundamenteel onderzoek), energie, vervoer en digitale infrastructuur en de voltooiing van trans-Europese netwerken, gezondheid en biotechnologie met het oog op de grote uitdagingen op het gebied van gezondheid.

  • De EVP-fractie roept op tot vooruitgang in de richting van een echte Defensie-Unie, waarbij het volgende MFK een alomvattende veiligheidsaanpak ondersteunt door een toename van de investeringen in zowel civiele als militaire capaciteiten volgens het principe van Europese preferentie, telkens wanneer een Europees alternatief beschikbaar is. De PPE-Fractie is van mening dat er bijzondere aandacht moet worden besteed aan het versterken van de oostgrens van de Unie, met name de oostelijke EU-regio's die grenzen aan Rusland, Wit-Rusland of Oekraïne, wat een kritieke as blijft voor afschrikking, veerkracht en de bescherming van de hele Unie. Defensie-uitgaven moeten hand in hand gaan met andere langetermijninvesteringen van de Unie.

  • De PPE-Fractie roept op tot adequate financiering om het Erasmus+ vlaggenschipprogramma te ondersteunen, als erkenning van zijn unieke bijdrage aan het verbeteren van de mobiliteit en het leren in het onderwijs in heel Europa, evenals aan de culturele sector, die van cruciaal belang is voor de vorming van een Europese identiteit.

  • De EVP-Fractie is van mening dat het volgende MFK de nodige middelen moet voorzien om de grote uitdagingen van de Unie, zoals op het gebied van migratie en de effectieve bescherming van de buitengrenzen van de EU, adequaat aan te pakken, met inbegrip van financiering voor grensinfrastructuur, en om het externe optreden van de Unie, met inbegrip van humanitaire hulp, te ondersteunen om duurzame vrede, stabiliteit en veiligheid te bevorderen.

De PPE-Fractie is ervan overtuigd dat het algemene niveau van de EU-begroting in overeenstemming moet zijn met de financieringsbehoeften van reeds lang bestaand EU-beleid, de noodzakelijke aanvullende financiering voor nieuwe EU-prioriteiten, met name defensie en concurrentievermogen, de terugbetalingsbehoeften van de schuld van de NGEU en het reactievermogen van de Unie op nieuwe schokken en crises, terwijl er voldoende marges overblijven om te voorzien in de veranderende uitgavenbehoeften. De PPE-Fractie roept daarom op om in het volgende MFK af te stappen van het historisch restrictieve, zelfopgelegde niveau van 1% van het BNI.

3. Vereenvoudiging

Overregulering en bureaucratie voor eindbegunstigden van EU-fondsen moeten met voorrang aanzienlijk worden verminderd. Vereenvoudiging moet worden bereikt met volledige inachtneming van het institutionele evenwicht waarin de Verdragen voorzien. Het is belangrijk dat informatie over eindbegunstigden van de EU in toekomstige programma's openbaar is. De EVP-Fractie beschouwt digitalisering als een sleutelelement om administratieve processen te vereenvoudigen en te moderniseren.

  • De PPE-Fractie roept op tot een aanzienlijke vereenvoudiging van de regels voor EU-uitgaven voor eindbegunstigden in het volgende MFK, met bijzondere aandacht voor de behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen die vaak te maken hebben met onevenredige administratieve lasten. Een eenvoudiger begroting moet ook transparanter zijn, zodat er beter verantwoording kan worden afgelegd, toezicht kan worden gehouden, de uitgaven beter kunnen worden gecontroleerd en het risico van dubbele financiering, misbruik en fraude kan worden beperkt. De PPE-Fractie roept daarom op tot een interoperabel IT-rapportagesysteem met een geharmoniseerde gegevensstandaard om de geldstromen naar de werkelijke eindbegunstigden en naar de verantwoordelijke instanties voor de uitvoering te volgen.

  • Vereenvoudiging en flexibiliteit mogen niet worden gebruikt als voorwendsel om de Commissie simpelweg meer macht te geven bij het toewijzen van middelen en bij het verschuiven van middelen tussen programma's zonder de nodige controles en tegenwichten ten koste van het Parlement als kwijtings- en begrotingsautoriteit.

4. Bestuur en controle

  • De EVP-Fractie is sterk gekant tegen elke poging om het Europees Parlement buitenspel te zetten in zijn rol als medewetgever en begrotings- en kwijtingsautoriteit. Het Parlement, als enige kwijtingsautoriteit van de Unie en verantwoordelijk voor het nauwlettend controleren van de Commissie, moet in staat worden gesteld om zijn rol volledig te vervullen. De PPE-Fractie is in dit verband tegen het gebruik van artikel 122 VWEU als rechtsgrondslag voor elk nieuw wetgevingsvoorstel met gevolgen voor de begroting van de Unie.

  • Voor toekomstige prestatiegerelateerde instrumenten is het belangrijk dat de financiering duidelijk gekoppeld is aan resultaten. Om deze reden benadrukt de PPE-Fractie dat het volgende MFK niet mag steunen op prestatiegerelateerde instrumenten als de gerelateerde financiering niet duidelijk gekoppeld is aan concrete investeringen of projecten en aan de bijbehorende hervormingen.

  • De PPE-Fractie benadrukt de eis van transparantie, traceerbaarheid en goed financieel beheer van EU-fondsen in overeenstemming met het VEU, het VWEU en het Financieel Reglement, evenals de aanbevelingen en bevindingen van de relevante ECA-verslagen.

5. Voorwaardelijkheid in de EU-begroting

De EU moet ten volle gebruikmaken van alle bestaande instrumenten om de EU-begroting te beschermen. Naleving van de waarden en grondrechten van de Unie is een essentiële voorwaarde voor toegang tot EU-fondsen.

  • De PPE-Fractie benadrukt dat het conditionaliteitsmechanisme van de rechtsstaat moet worden gehandhaafd en versterkt. Er moet een duidelijke link zijn met de bescherming van de financiële belangen van de EU.

  • De EVP-Fractie benadrukt dat bij het in werking stellen van het mechanisme objectieve criteria en normen moeten worden toegepast en dat lidstaten gelijk moeten worden behandeld.

  • De EVP-Fractie roept op tot verbetering van de bescherming van eindbegunstigden om regio's en gemeenten te beschermen, evenals andere begunstigden, zoals studenten, onderzoekers of kleine en middelgrote ondernemingen.

De EVP-Fractie benadrukt dat de internemarktdimensie zeer belangrijk is en dat inbreuken op de internemarktregels die van invloed zijn op de EU-begroting, zoals die met betrekking tot overheidsopdrachten, in aanmerking moeten worden genomen in het kader van het conditionaliteitsmechanisme, op voorwaarde dat de inbreuk op deze regels gebaseerd is op duidelijke, objectieve omstandigheden en verband houdt met de financiële belangen van de EU.

6. Horizontale beginselen

De EVP-Fractie benadrukt dat mainstreaming in de begroting van de Unie op een efficiënte en effectieve manier moet gebeuren, met inachtneming van de beginselen van evenredigheid en noodzakelijkheid. De huidige horizontale beginselen moeten worden bijgewerkt in overeenstemming met de beleidsdoelstellingen van de Unie, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de bureaucratische last voor de financiële begunstigden wordt verminderd.

  • De PPE-Fractie onderstreept het belang van mainstreaming van concurrentievermogen en paraatheid in de programma's van de Unie.

  • De PPE-Fractie dringt erop aan dat het stellen van doelen voor mainstreaming niet mag leiden tot een verdere toename van bureaucratie en administratieve lasten voor begunstigden.

  • De PPE-Fractie is van mening dat mainstreaming het best kan worden bereikt door middel van een instrumentarium van maatregelen, in de eerste plaats door het ontwerpen van beleid, grondige effectbeoordelingen en het goed volgen van de uitgaven.

7. Uitbreiding van de EU

Het volgende MFK zal cruciaal zijn om de Unie voor te bereiden op de uitbreiding en de kandidaat-lidstaten op de toetreding.

  • De EVP-Fractie is van mening dat de stabiliteit, veiligheid en democratische weerbaarheid van de kandidaat-lidstaten onlosmakelijk verbonden zijn met die van de EU en duurzame strategische investeringen vereisen, gekoppeld aan hervormingen die hun convergentie met de normen van de Unie ondersteunen.

  • De EVP-Fractie roept op tot strategisch gerichte steun voor pretoetreding en groei en investeringen. De pretoetredingssteun voor de periode na 2027 moet worden verstrekt in de vorm van zowel subsidies als leningen, met strengere voorwaarden voor de eerbiediging van de Europese kernwaarden, waaronder de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de democratische beginselen en de grondrechten. Voor de gevestigde faciliteiten moeten het bestuursmodel en het toezicht van het Parlement worden versterkt.

  • De EVP-Fractie benadrukt dat pretoetredingssteun aan Oekraïne moet worden onderscheiden van financiële steun gericht op macro-economische stabiliteit en naoorlogs herstel, die een gezamenlijke internationale inspanning vereisen waarbij de EU-begroting een belangrijke rol speelt.

  • De EVP-Fractie is ervan overtuigd dat de bestaande verplichte herzieningsclausule in geval van uitbreiding in het volgende kader moet worden gehandhaafd en dat de nationale enveloppen niet mogen worden aangetast.

8. Nieuwe eigen middelen en schuldaflossing

De EVP-fractie is er vast van overtuigd dat, als de Unie de schuld van de NGEU wil terugbetalen zonder haar vermogen om haar politieke prioriteiten te verwezenlijken in het gedrang te brengen, de EU-begroting moet worden uitgerust met een gediversifieerde en uitgebreide reeks eigen middelen van de EU.

  • De EVP-fractie benadrukt dat de terugbetaling van de NGEU-schuld een wettelijke verplichting is en dat het terugbetalingsschema moet worden aangehouden. De EU moet haar verplichtingen nakomen en ervoor zorgen dat hiervoor voldoende inkomsten worden voorzien. Een mogelijke verlenging van de terugbetaling mag alleen worden overwogen als dit geen negatieve gevolgen heeft voor de EU-begroting en niet in de plaats kan komen van de noodzaak om eigen middelen in te voeren.

  • De EVP-Fractie is sterk voorstander van de dringende invoering van nieuwe eigen middelen om het bedrag van de schuldaflossing en de hogere uitgavenbehoeften van de Unie te dekken. De EVP-Fractie benadrukt echter dat de nieuwe eigen middelen niet mogen leiden tot extra belastingen die de EU-burgers overbelasten of het concurrentievermogen van EU-bedrijven belemmeren.

  • De EVP-Fractie is ernstig bezorgd over het totale gebrek aan vooruitgang in de Raad over de invoering van nieuwe eigen middelen, na de voorstellen van de Commissie voor 2023. De EVP-Fractie is van mening dat het Europees Parlement ook rekening moet houden met de vooruitgang die in de Raad is geboekt met betrekking tot de goedkeuring van nieuwe eigen middelen, voordat het zijn goedkeuring geeft aan het toekomstige MFK.

  • De EVP-fractie is van mening dat alle instrumenten en hulpmiddelen moeten worden onderzocht om de Unie van de nodige middelen te voorzien, vooral op het gebied van veiligheid en defensie. Gezamenlijk lenen kan worden beschouwd als een van de mogelijkheden om de nodige middelen bijeen te brengen, maar alleen in uitzonderlijke gevallen en met volledige inachtneming van de beperkingen die het Verdrag en de relevante EU-wetgeving opleggen, waarbij ook rekening moet worden gehouden met de beperkte begrotingsruimte van de Unie. Daarnaast kan het gezamenlijk opnemen van leningen worden overwogen op voorwaarde dat dit de tijdige financiering van Europees beleid met een duidelijke Europese meerwaarde vergemakkelijkt en volledig in overeenstemming is met de strategische prioriteiten van de EU die voorzien in Europese collectieve goederen, of dat het investeringen in grensoverschrijdende of pan-Europese projecten vergemakkelijkt die het groeipotentieel van de EU vergroten. Om ervoor te zorgen dat er geen onnodige grenzen aan andere beleidsprioriteiten worden gesteld of onnodige lasten worden opgelegd aan lidstaten, belastingbetalers en toekomstige generaties, moet de EU expliciete regels en grenzen voor haar schuldenlast ontwikkelen, naast een duidelijk beleid voor haar schuldbeheer met als doel de totale financiële kosten voor de belastingbetaler zo laag mogelijk te houden.

Andere gerelateerde inhoud