Standpunt EPP-Fractie over gendergelijkheid

17.12.2020

Standpunt EPP-Fractie over gendergelijkheid

Belangrijke opmerking

Dit document is automatisch vertaald.


Originele versie weergeven
Gendergelijkheid

1. Geweld tegen vrouwen aanpakken:

  1. Mensenhandel
  2. Vrouwelijke genitale verminking (VGV)
  3. Cybergeweld en haatzaaien
  4. Seksuele intimidatie

2. Bouwen aan een inclusieve economie:

  1. Gendermainstreaming van de arbeidsmarkt: werkgelegenheid voor vrouwen; pensioen- en salarisverschillen tussen mannen en vrouwen; evenwicht tussen werk en privéleven; zorgverlening;
  2. vrouwelijk ondernemerschap
  3. STEM, digitaal, ICT en kunstmatige intelligentie (AI)
  4. Vrouwen in de besluitvorming

3. Vrouwenrechten: Een sectoroverschrijdende benadering

  1. Vrouwen in plattelandsgebieden
  2. Vrouwen in extern beleid en ontwikkeling
  3. Vrouwen in de media

4. Gezondheid van vrouwen en meisjes:

  1. Gezondheid van vrouwen
  2. Kanker
  3. 5. Vrouwen met een handicap

"De Unie streeft er bij elk optreden naar de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen op te heffen en de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen".

Artikel 8 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

De Europese Unie is sinds haar oprichting een project dat gebaseerd is op gelijke kansen, waardoor alle burgers zich ten volle kunnen ontplooien in een vreedzaam en welvarend continent. Vrouwen vormen de kern van die visie en vrouwen in staat stellen hogerop te komen en verder te gaan is al tientallen jaren een Europees ideaal.

Gelijkheid is een kernwaarde voor de EVP. Ervoor zorgen dat alle burgers gelijke kansen hebben om te slagen, economisch, sociaal en politiek, is de kern van de missie van de EVP. De EVP en haar regeringen hebben er consequent naar gestreefd om de kansen van vrouwen in de samenleving en in de economie, met inbegrip van de arbeidsmarkt, te verbeteren en om de balans tussen werk en gezinsleven te bevorderen ten gunste van iedereen. De EVP-Fractie in het Europees Parlement wil ervoor zorgen dat elke vrouw de kans krijgt om een ambitieus en bevredigend leven te leiden. Van een gezonde geboorte tot een bevredigende opleiding, van de beslissing om een eerlijke arbeidsmarkt te betreden tot de keuze om een gezin te stichten, van volledige deelname aan het openbare leven tot het zorgen voor vrouwen als ze ouder worden, de EVP-Fractie zal ervoor zorgen dat elke vrouw in staat wordt gesteld om haar volledige potentieel te bereiken. Ons doel is het bevorderen van gelijke rechten, kansen en gelijkheid voor iedereen. Aangezien gelijkheid tussen vrouwen en mannen een fundamentele en horizontale waarde van de Europese Unie is, moet dit centraal staan op de Conferentie over de toekomst van Europa. Vrouwen moeten actief worden aangemoedigd om deel te nemen aan de conferentie en vrouwenorganisaties moeten worden betrokken bij het opstellen van de agenda van de conferentie. Hun stem moet worden gehoord en opgenomen in de uiteindelijke aanbevelingen.

Cruciaal voor het bereiken van gendergelijkheid is het verzamelen van naar geslacht uitgesplitste gegevens op alle beleidsterreinen. De EVP-Fractie roept daarom Eurostat, EIGE en Eurobarometer op om hun inspanningen op te drijven om naar geslacht en leeftijd uitgesplitste gegevens te verzamelen op alle gebieden door middel van de Gendergelijkheidsstrategie.

1. AANPAKKEN VAN GEWELD TEGEN VROUWEN

De bestrijding van geweld in al zijn vormen (fysiek, psychologisch, financieel, cybergeweld, maar ook seksuele intimidatie of genitale verminking bij vrouwen) en op alle locaties, dus zowel binnen als buiten het huis, is een absolute prioriteit voor onze politieke familie. Geweld tegen vrouwen is niet alleen een groot obstakel voor het bereiken van gendergelijkheid, maar ook een gewetenloze schending van de mensenrechten. Op dit moment heeft 1 op de 3 vrouwen in de EU van 15 jaar of ouder te maken gehad met een vorm van fysiek en/of seksueel geweld, en het aantal meldingen van huiselijk geweld is snel gestegen door COVID-19 opsluiting. De EVP-Fractie hanteert een nultolerantie voor gendergerelateerd geweld, zowel binnen als buiten de EU.

Geweld tegen vrouwen is niet alleen maatschappelijk geweld, maar wordt vaak gebruikt als een middel om de bevolking te controleren door populistische, onliberale of antidemocratische regimes. Politiek geweld door de staat is een manier om afwijkende meningen van burgers te onderdrukken. Elke daad van geweld tegen vrouwen moet worden behandeld als een directe aanval op onze democratische waarden en als een bedreiging, niet alleen voor een specifieke groep personen, maar als een bedreiging voor ons bestaan als een gezonde, participatieve en gelijke samenleving.

Actiepunten inzake geweld tegen vrouwen:

  • Geweld en de onderliggende oorzaken ervan op alle niveaus aanpakken, door middel van bewustmakings-, preventie- en voorlichtingscampagnes, onder meer over de risico's en de schadelijke gevolgen van pornografisch materiaal; ondersteuning van hulplijnen en bevordering van goede praktijken is van cruciaal belang, evenals campagnes om vrouwen, mannen en kinderen aan te moedigen incidenten te melden; toegang tot veilige, toegankelijke en aan de leeftijd aangepaste kanalen om zonder angst misbruik te melden, met name wanneer de misbruiker zich in de naaste omgeving van het slachtoffer bevindt, is van essentieel belang zodat onderrapportage effectief wordt aangepakt;
  • Er bij de overige lidstaten en de EU op aandringen het Verdrag van Istanbul te ratificeren;
  • Een EU-definitie van geweld tegen vrouwen ontwikkelen, met inbegrip van online- en offline-vormen, en geweld tegen vrouwen toevoegen aan de lijst van EU-misdrijven, zodat deze misdrijven in geen enkele lidstaat ongestraft blijven. Er moeten ook nieuwe wetgevingsmaatregelen worden overwogen om minimumnormen vast te stellen voor soorten geweld;
  • Slachtoffers ondersteunen via de komende EU-strategie voor de rechten van slachtoffers en met bestaande instrumenten zoals het Europees beschermingsbevel;
  • het Daphne-onderdeel voortzetten in het kader van het programma "Rechten en waarden" voor de periode 2021-2027.

Mensenhandel

Mensenhandel is een bijzonder flagrante schending van de mensenrechten en wordt erkend als een vorm van structureel geweld tegen vrouwen. Mensenhandel is een Europees probleem: bijna de helft van de slachtoffers (44%) wordt binnen de EU verhandeld. Vrouwen en meisjes, in het bijzonder Roma-vrouwen en -meisjes, blijven door hun lage opleidingsniveau en sociaaleconomische status het meest kwetsbaar voor mensenhandel (68%), terwijl mensenhandel voor seksuele uitbuiting de meest voorkomende vorm blijft (56%). De PPE-Fractie zet zich in voor de bestrijding van vrouwen- en meisjeshandel.

Actiepunten mensenhandel:

Het vergroten van de inspanningen om de huidige wetgevende maatregelen om te zetten en volledig uit te voeren door de lidstaten, met de nadruk op en regelmatige beoordeling van de kwalificatie van alle praktijken rond mensenhandel als strafbare feiten, het verbeteren van preventie, bewustmaking en opleiding voor ambtenaren;

  • De Europese Commissie moet een richtlijn opstellen over de bestrijding van mensenhandel voor seksuele uitbuiting in de EU;
  • de inspanningen opvoeren om de huidige wetgevingsmaatregelen om te zetten en volledig uit te voeren door de lidstaten, waarbij de nadruk ligt op het als strafbaar feit aanmerken van alle praktijken rond mensenhandel en dit regelmatig wordt geëvalueerd, en waarbij preventie, bewustmaking en opleiding voor ambtenaren worden verbeterd;
  • voor de lidstaten om zich meer in te spannen voor de bestrijding van de vastgestelde kwetsbaarheidsfactoren in verband met slachtoffers van mensenhandel, zoals Roma-vrouwen en -meisjes, waaronder armoede, sociale uitsluiting, laag onderwijs, hoge werkloosheid, huiselijk geweld en discriminatie;
  • De Europese Commissie moet een nieuwe EU-strategie voor de uitbanning van mensenhandel ontwikkelen;
  • tegengaan van de wijdverbreide cultuur van straffeloosheid voor daders, misbruikers en uitbuiters door voortzetting van de gecoördineerde aanpak tussen de betrokken EU-agentschappen in partnerschap met de lidstaten, de EU-instellingen en andere partners, zodat onderzoeken en vervolgingen doeltreffender worden;
  • de versterking van een gecoördineerde respons in de politiële en justitiële samenwerking via Europol en Eurojust bevorderen;
  • de uitvoering van de richtlijn inzake de rechten van slachtoffers versterken, zodat alle slachtoffers toegang hebben tot de rechter en tot ondersteuning, en de kinderbescherming binnen de algemene socialebeschermingsstelsels van de lidstaten verbeteren. Dit omvat steun voor maatschappelijke organisaties, ngo's en rechtshandhavingsinstanties die met slachtoffers van mensenhandel werken;
  • de bevoegde autoriteiten, zoals overheidsambtenaren en justitiële en rechtshandhavingsambtenaren en -instanties die te maken hebben met slachtoffers of potentiële slachtoffers van mensenhandel, moeten een passende gendergevoelige opleiding krijgen, die wordt versterkt door doeltreffend toezicht en beheer;
  • de preventie en bestrijding van de smokkel van vrouwen en kinderen door middel van samenwerking met derde landen van herkomst of doorreis, in combinatie met de bescherming van de slachtoffers van mensenhandel, waarbij wordt gezorgd voor alomvattende programma's voor ondersteuning, reïntegratie en rehabilitatie;
  • maatregelen tegen mensenhandel te overwegen en op te nemen als maatregel in alle handelsovereenkomsten;
  • de rapportage van gevallen van mensenhandel en de gegevensverzameling op lidstaat- en EU-niveau verbeteren om een beter inzicht te krijgen in het fenomeen en de verschillende gegevensbronnen beter op elkaar af te stemmen;
  • Het werk van de EU-coördinator voor de bestrijding van mensenhandel blijven ondersteunen en financieren;
  • De EVP-Fractie veroordeelt elke onvrijwillige behandeling, zoals vrouwelijke genitale verminking, gedwongen sterilisatie, gedwongen abortus of gedwongen medische onderzoeken van vrouwen, in het bijzonder van gemarginaliseerde groepen zoals Roma-vrouwen, vrouwen met een verstandelijke beperking of vrouwen die behoren tot etnische minderheden.

Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV)

De EVP-Fractie veroordeelt Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) met kracht als een grove schending van de mensenrechten en als een daad van geweld tegen vrouwen en meisjes met langdurige psychologische en fysieke gevolgen, waaronder de dood. FGM treft minstens 200 miljoen vrouwen en meisjes in 31 landen en volgens gegevens van het UNFPA uit 2018 zullen, als de bevolkingstrends in dezelfde richting blijven gaan, 68 miljoen meisjes wereldwijd het risico lopen op FGM in 2030. De EVP-Fractie hekelt de toenemende medicalisering van deze praktijk als een gevaarlijke poging om VGV te legitimeren en er mogelijk zelfs winst uit te halen.

Actiepunten over vrouwelijke genitale verminking:

  • Roept de Europese Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de lidstaten op om de samenwerking met derde landen te versterken om prioriteit te geven aan de uitroeiing van VGV via de bestaande en toekomstige programma's;
  • depreventie van VGV te versterken door onderwijs en voorlichting, en door de voorwaarden te scheppen voor de economische emancipatie van vrouwen en meisjes;
  • verschillende bestaande programma's richten op bewustmaking, voorlichting, onderwijs en opleiding voor relevante professionals (medisch personeel, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers), in de hele EU en in extern beleid om VGV te voorkomen en aan te pakken;
  • EU-financiering oormerken voor opleidings- en bewustmakingsprojecten om gevallen van VGV en geweld tegen vrouwen en meisjes doeltreffend te voorkomen, op te sporen en aan te pakken.

Cybergeweld en haatzaaien

Cybergeweld tegen vrouwen hangt nauw samen met de toenemende toegang tot en het toenemende gebruik van sociale media en technologieplatforms en kan zich op verschillende manieren uiten, zoals seksuele intimidatie, seksueel misbruik op basis van beelden, kinderlokkerij of seksistische haatzaaiende taal. Deze vormen van cybergeweld en haatzaaien tegen vrouwen maken deel uit van het geweldsproces, dat vaak offline begint en online wordt voortgezet of andersom.

Haatdragende taal is in toenemende mate gericht tegen vrouwen, met name publieke figuren zoals journalisten, mensenrechtenactivisten en politici.

Actiepunten met betrekking tot cybergeweld en haatuitingen:

  • Samenwerken met de Europese Commissie om een alomvattende strategie voor te bereiden die de kwestie van cybergeweld en haatzaaien tegen vrouwen aanpakt, aangezien online haatzaaien kan aanzetten tot echt geweld;
  • meer synergie creëren tussen de bestaande instrumenten op Europees niveau inzake onlinegeweld tegen vrouwen, zoals de algemene verordening gegevensbescherming, de richtlijn inzake elektronische handel en de richtlijn inzake de rechten van slachtoffers;
  • samen te werken met technologieplatforms en de ICT-sector om geweld tegen vrouwen, cybergeweld en kindermisbruik online en offline te bestrijden door middel van technische maatregelen en een moderatiebeleid voor de media. De ontwikkeling van preventietechnieken en reactiemechanismen voor schadelijke inhoud, met inbegrip van samenwerking met gerechtelijke instanties bij het verwijderen van gewelddadige of schadelijke inhoud of het ontoegankelijk maken ervan, is essentieel;
  • Indicatoren ontwikkelen over de prevalentie en de schade van cybergeweld tegen vrouwen om de doeltreffendheid van interventies te meten;
  • Verdere ontwikkeling van bewustmakingscampagnes voor vrouwen en meisjes over cybergeweld, hun wettelijke rechten en beschikbare ondersteunende diensten, enz;
  • Een gendersensitieve aanpak hanteren bij het overwegen van maatregelen om de veiligheid van journalisten te beschermen, aangezien vrouwelijke journalisten te maken hebben met genderspecifieke vormen van geweld, zoals seksuele intimidatie en online intimidatie.

Seksuele intimidatie

Seksuele intimidatie is de meest hardnekkige vorm van discriminatie op grond van geslacht en ongeveer de helft van de vrouwen in de Europese Unie heeft te maken gehad met seksuele intimidatie. De EVP-Fractie veroordeelt krachtig alle vormen van intimidatie en dringt aan op een effectieve implementatie van het bestaande wettelijke kader dat dit fenomeen aanpakt, en moedigt tegelijkertijd de EU-lidstaten, publieke en private bedrijven en instellingen aan om verdere maatregelen te nemen om intimidatie op de werkplek effectief te beëindigen en te voorkomen.

Actiepunten inzake seksuele intimidatie:

  • De doeltreffendheid van de bestaande wettelijke kaders en de tenuitvoerlegging van internationale verdragen controleren;
  • Een strategie invoeren voor de preventie van seksuele intimidatie op de werkplek en in andere sociale omgevingen op basis van het IAO-verdrag van juni 2019 over geweld en intimidatie op het werk, waarin geweld en intimidatie op het werk worden erkend als een schending van de mensenrechten;
  • samen te werken met de lidstaten, de publieke en private sector en de betrokken instellingen om de situatie effectief te monitoren, beste praktijken uit te wisselen en maatregelen te bevorderen om seksuele intimidatie in alle settings aan te pakken.

2. BOUWEN AAN EEN INCLUSIEVE ECONOMIE

Empowerment van vrouwen als burgers en economische actoren is van cruciaal belang voor onze economieën en samenlevingen en voor de bestrijding van armoede. Structureel bestaat er al lang een kloof tussen mannen en vrouwen in de economie, als gevolg van de loonkloof tussen mannen en vrouwen, de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen, de druk van de zorgverlening en het fenomeen van de lekkende pijplijn.

Gendermainstreaming van de arbeidsmarkt

De meeste afgestudeerden in de EU zijn vrouwen: in de EU-28 vormen ze bijna drie vijfde (57,6%) van alle afgestudeerden. Ze zijn echter ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt: slechts 64,3% van de vrouwen heeft een baan, tegenover 75,9% van de mannen. Ondanks hun hogere kwalificaties werken vrouwen vaker in deeltijdfuncties, vooral vrouwen met kinderen. Het combineren van werk en gezin brengt veel uitdagingen met zich mee en vooral vrouwen proberen hun carrière aan te passen aan hun gezinsleven en zorgtaken. Mantelzorgers kunnen zich verplicht zien hun werkuren te verminderen of zelfs betaald werk op te geven.

De COVID-19-pandemie heeft een gedifferentieerde impact gehad op vrouwen, aangezien zij meer blootgesteld zijn aan de sociaaleconomische gevolgen van het virus, waardoor hun risico op armoede toeneemt. Tijdens de crisis hebben vrouwen het grootste deel van de zorg op zich genomen, ondanks het feit dat ze vaak bijkomende werkverantwoordelijkheden hadden.

De rol van het gezin in de samenleving is van cruciaal belang en biedt houvast en een geruststellende vertrouwdheid. Maar het kan niet worden gekoesterd en genoten als in het tempo van het moderne leven het evenwicht tussen werk en gezinsleven niet wordt bereikt. We moeten ervoor zorgen dat iedereen ten volle kan genieten van het gezinsleven. Het bereiken van een echt evenwicht tussen werk en privéleven staat hierbij centraal.

Zorgverlening is van cruciaal belang voor het welzijn van gezinnen, waarbij vrouwen voor het overgrote deel zorgen, zoals kinderopvang, naschoolse opvang, zorg voor gehandicapten en zorg voor ouderen. In de EU zijn de meeste informele zorgverleners vrouwen (62% zorgt voor ouderen of personen met een handicap, terwijl 58% informele zorg verleent aan kinderen), wat wijst op het bestaan van een genderkloof in de zorg. Bovendien geeft 29% van de huishoudens aan dat er een onbevredigde behoefte is aan professionele thuiszorgdiensten, waarbij er grote verschillen zijn tussen de EU-landen.

Als vrouwen wel werken, is de loonkloof tussen mannen en vrouwen een belangrijke belemmering, die in Europa gemiddeld 16% bedraagt en horizontale en verticale segregatie op de arbeidsmarkt kan verhullen, waaronder de factor glazen plafond.

Het waarborgen van de economische onafhankelijkheid van vrouwelijke senioren is een andere cruciale uitdaging voor de komende jaren. Het armoedeniveau onder senioren neemt voortdurend toe, maar de indicatoren voor armoede en sociale uitsluiting onder vrouwen boven de 75 jaar zijn zichtbaar hoger dan vergelijkbare cijfers onder mannen. In 2018 ontvingen vrouwen ouder dan 65 jaar in de EU een pensioen dat gemiddeld 30% lager lag dan dat van mannen, bekend als de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen. De kloof wordt echter langzaam kleiner. De kloof is het gevolg van ongelijkheden die zich gedurende het hele leven van vrouwen hebben opgestapeld, zoals de loonkloof tussen mannen en vrouwen, de werkgelegenheidskloof en hun perioden van afwezigheid op de arbeidsmarkt.

Actiepunten voor gendermainstreaming op de arbeidsmarkt:

  • De EVP-Fractie staat voor gelijk loon voor gelijk werk, en we wachten op het komende voorstel van de Europese Commissie over dit onderwerp. Wij steunen het werken aan een geharmoniseerd Europees kader voor beloningstransparantie met passende coördinatie van de beste praktijken van de lidstaten, rekening houdend met de unieke omstandigheden van Europese KMO's en de verscheidenheid aan arbeidsmarktmodellen in de EU;
  • Verbetering van de gegevensverzameling door het opstellen van een indicator voor pensioenverschillen tussen mannen en vrouwen, evenals verder onderzoek naar de onderliggende oorzaken van de pensioenverschillen tussen mannen en vrouwen. De EVP-Fractie steunt de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten over het op elkaar afstemmen van de pensioenleeftijd van mannen en vrouwen, en overweegt of de erkenning van periodes van kinderopvang moet worden meegeteld voor pensioenaanspraken;
  • De lidstaten moeten de richtlijn over het evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en verzorgers volledig omzetten en de Europese Commissie moet nauwlettend toezien op de uitvoering ervan;
  • Om de toegang tot hoogwaardige, betaalbare en toegankelijke publieke en private zorgfaciliteiten te waarborgen, evenals de mogelijkheden voor flexibele organisatie van het werk die met werkgevers moeten worden overeengekomen. Hoewel de verantwoordelijkheid voor de organisatie en de inhoud van de stelsels voor onderwijs en opvang voor jonge kinderen en voor langdurige zorg bij de lidstaten ligt, moet worden gezocht naar samenwerking op Europees niveau in combinatie met een efficiënt gebruik van EU-middelen, waaronder een adequate toewijzing van begrotingsmiddelen uit de Europese structuur- en investeringsfondsen voor de ontwikkeling van hoogwaardige zorgdiensten;
  • verzamelen van kwaliteitsgegevens over het zorgaanbod voor kinderen, ouderen, personen met een handicap en andere afhankelijke personen via publieke en private financiering, met inbegrip van formele en informele zorg. Dergelijke gegevens moeten het pad effenen voor een Europese zorgstrategie, waarbij rekening wordt gehouden met het subsidiariteitsbeginsel en de bevoegdheid van de lidstaten;
  • Gelijke kansen om ouderschapsverlof te delen tussen beide ouders met het oog op het delen van de verantwoordelijkheden voor het opvoeden van kinderen. We moedigen lidstaten aan om beste praktijken uit te wisselen over ouderschapsverlofmodellen. Daarnaast pleit de PPE-Fractie voor een EU-brede campagne om vaderschapsverlof te promoten;
  • Elk jaar op 20 maart een Europese Dag van de balans tussen werk en privéleven invoeren, die symbolisch de gelijkheid tussen dag en nacht in de lente weerspiegelt;
  • Het bestrijden van genderstereotypen door middel van onderwijs en informatie op alle gebieden, waaronder het bedrijfsleven, sport, de academische wereld, enz.

Vrouwelijk ondernemerschap

De rol van bedrijven, ondernemingen en KMO's staat centraal voor de EPP Groep en we proberen vrouwen aan te moedigen en in staat te stellen om vooruit te komen en te slagen. Onderzoek toont aan dat inclusiviteit de economie en het BBP opbouwt. Vrouwelijk ondernemerschap is een belangrijke factor in de huidige economie, vooral in het MKB, maar heeft het potentieel om verder uit te breiden. Momenteel vormen vrouwen slechts 34,4% van de zelfstandigen in de EU en 30% van de startende ondernemers; zij ontbreken in de meest veelbelovende sectoren en zijn ondervertegenwoordigd in de besluitvorming.

Actiepunten voor vrouwelijk ondernemerschap:

  • Verdere ontwikkeling van de creativiteit en het ondernemerspotentieel van vrouwen, aangezien zij een onaangeboorde bron van economische groei en banen zijn. Vrouwelijk ondernemerschap en de toegang tot leningen en aandelenfinanciering moeten worden bevorderd via EU-programma's en -fondsen en via de Europese Investeringsbank voor wat betreft de toegang tot microfinanciering;
  • De Rekenkamer moet een audit uitvoeren van de bestaande financiële instrumenten van de EU voor de economische emancipatie van vrouwen en de Commissie om lacunes en tekorten vast te stellen die moeten worden aangepakt voor een beter gebruik van de EU-begroting;
  • Bewustmaking van de financieringsmogelijkheden van de EU: er is een ondersteunings- en voorlichtingscampagne op maat nodig, gericht op vrouwelijke bedrijfseigenaren en vrouwelijke ondernemers, om meer bekendheid te geven aan de EU-programma's en -financiering waarmee vrouwen hun vaardigheden kunnen verbeteren en toegang kunnen krijgen tot kapitaal en financiële steun;
  • het European Business Angels Network en het European Network of Mentors for Women Entrepreneurs verder uitbreiden, onder meer door bijeenkomsten van vrouwelijke innovators, tech professionals en investeerders om innovaties en financiering voor door vrouwen geleide ondernemingen aan te moedigen en te stimuleren. Dit kan vrouwelijke rolmodellen in het bedrijfsleven en business angels promoten en ondernemerschap als carrièreoptie aanmoedigen via loopbaanadvies en mentoring. Bijgevolg is er potentieel om de volgende generatie vrouwelijke ondernemers te creëren in sectoren zoals de digitale economie, ICT en kunstmatige intelligentie (AI), door samen te werken met scholen en basisorganisaties;
  • De Europese Commissie moet prioriteit geven aan grootschalige investeringen in digitaal onderwijs en digitale vaardigheden op alle niveaus, waaronder computational thinking in het basisonderwijs en digitaal onderwijs in het Erasmus+-programma, om te anticiperen op de groeiende vraag naar hoogwaardige digitale vaardigheden en om de brede kloof op het gebied van digitale vaardigheden in de EU te dichten. Dit kan ten goede komen aan degenen die na een periode van afwezigheid terugkeren op de arbeidsmarkt, met name als ondernemers.

Bèta/techniek, digitaal, ICT en kunstmatige intelligentie (AI)

Vrouwen zijn een onaangeboorde bron, zelfs op opkomende gebieden zoals digitaal, AI en ICT: 34% van de afgestudeerden in bèta/techniek en slechts 17% van de ICT-specialisten zijn vrouwen, terwijl ze 19% minder verdienen dan mannen in de informatie- en communicatiesector in Europa. Bovendien is het aandeel mannen dat in de digitale sector werkt drie keer zo groot als het aandeel vrouwen. Door meer vrouwen te integreren in de digitale banenmarkt kan het BBP van de Europese economie met 16 miljard euro worden verhoogd.

Actiepunten op het gebied van bèta/techniek, digitaal, ICT en AI:

  • Het bevorderen van onderwijs, opleiding en onderhoud van nieuwe digitale vaardigheden en capaciteiten, en met name bèta/technische vakken, met speciale aandacht voor meisjes (universele toegang tot coderings-, wiskunde- en ICT-lessen), door middel van opleiding en een leven lang leren, en het geven van prioriteit aan diversiteit en inclusie in bèta/techniek om gelijke kansen in de economie en het bedrijfsleven te vergroten. Meisjes moeten worden aangemoedigd om op school wiskunde en exacte vakken te volgen;
  • EU-fondsen en -programma's, waaronder Erasmus+, te gebruiken om een leven lang leren en opleiding op deze gebieden doeltreffend te ondersteunen.
  • Zowel voor bedrijven als vrouwen extra en grotere stimulansen creëren voor rolmodellen, mentorprogramma's en loopbaantrajecten, om de zichtbaarheid van vrouwen te vergroten en hun toegang tot deze sectoren te bevorderen.
  • Campagnes of prijzen instellen voor bedrijven die voorbeeldige maatregelen nemen om de aanwezigheid van vrouwen in de digitale economie te verbeteren, met name in besluitvormingsfora;
  • Zorgen voor gender-, handicap- en leeftijdsbewuste ontwikkeling van technologieën en toepassingen, rekening houdend met de behoeften van de eindgebruiker.

Vrouwen in besluitvorming

Vrouwen zijn nog steeds ondervertegenwoordigd in leidinggevende functies op veel gebieden, waaronder het bedrijfsleven, de wetenschap, vakbondsvertegenwoordiging, de politiek en openbare ambten, ondanks het feit dat ze bijna de helft van de beroepsbevolking en meer dan de helft van de universitair afgestudeerden in de EU uitmaken. Het percentage vrouwen in besluitvormingsfuncties is sinds 2013 gestegen, maar de vooruitgang is traag en ongelijk. In oktober 2018 was slechts 6,7% van de bestuursvoorzitters in de EU vrouw, en slechts 6,5% van de CEO's. Een evenwichtige man-vrouwverhouding in de raden van bestuur kan echter de prestaties van een bedrijf verbeteren en zelfs in verband worden gebracht met een grotere financiële stabiliteit.

Waar quota nodig zijn om gelijkheid te bevorderen, is de PPE-Fractie van mening dat ze een tijdelijke maar noodzakelijke maatregel zijn.

Actiepunten over vrouwen in de besluitvorming:

  • De EVP-Fractie zou het voortouw moeten nemen om EU-besluitvormers, regeringen van lidstaten, maatschappelijke organisaties en Europese KMO's te laten zien dat een werkplek met diversiteit de neiging heeft om beter te presteren. Diversiteit moet worden gezien als een instrument voor het concurrentievermogen en het bedrijfspotentieel van de EU in plaats van als een zware last;
  • Er bij de raden van bestuur van bedrijven op aandringen transparante selectiecriteria voor kandidaten toe te passen en de voorkeur te geven aan het ondervertegenwoordigde geslacht wanneer er een keuze is tussen twee even gekwalificeerde kandidaten, zoals voorgesteld in de richtlijn inzake vrouwen in raden van bestuur;
  • De doorstroming van vrouwen naar topposities in de besluitvorming verbeteren;
  • Het door de EVP geleide initiatief, de richtlijn Vrouwen in raden van bestuur, ondersteunen;
  • De EVP-Fractie zal waakzaam zijn bij het respecteren van de genderquota in haar Voorzitterschap en zal de mogelijkheid onderzoeken om deze quota uit te breiden naar andere organen van de EVP.

3. VROUWENRECHTEN: EEN SECTOROVERSCHRIJDENDE AANPAK

Gendermainstreaming, d.w.z. aandacht voor de specifieke omstandigheden en behoeften van vrouwen, moet op alle beleidsterreinen in aanmerking worden genomen. Hoewel er in dit document niet specifiek op wordt ingegaan, moet er een genderlens worden toegepast op beleidsterreinen zoals migratie, integratie van de Roma, klimaatverandering, ontwikkeling, media, sport, vervoer en kinderen, en moet het beleid worden afgestemd op een gendersensitieve respons.

Vrouwen in plattelandsgebieden

Vrouwen in plattelandsgebieden spelen een cruciale rol in het behoud van hun gemeenschappen en in het levensvatbaar houden van de landbouw. Maar ondanks hun substantiële bijdrage worden ze nog steeds geconfronteerd met tal van uitdagingen, waaronder beperkte werkgelegenheidskansen, slechtere toegang tot diensten, minder ontwikkelde infrastructuur en ondervertegenwoordiging in besluitvormingsfora. Veel van het werk van plattelandsvrouwen is informeel en wordt niet erkend. Vooral vrouwelijke landbouwers worden geconfronteerd met unieke uitdagingen die hen in een eerste nadelige positie plaatsen, waaronder genderspecifieke obstakels zoals gebrek aan toegang tot land, financiering van landbouwopleiding en onderwijs, en gelijke behandeling.

Actiepunten voor vrouwen in plattelandsgebieden:

  • Ondersteuning van ondernemersinitiatieven en toegang tot krediet;
  • Het creëren van een thematisch subprogramma voor vrouwen in plattelandsgebieden via de strategische plannen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid die worden gefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), het aanmoedigen van werkgelegenheid voor vrouwen en vrouwelijk ondernemerschap door gebruik te maken van mogelijkheden in verband met agrotoerisme en de ontwikkeling van digitale dorpen, het verbeteren van de toegang van vrouwelijke landbouwers tot land, krediet en financiële instrumenten, vaardigheden en prestaties via onderwijs, opleiding en adviesdiensten, grotere deelname aan lokale actiegroepen en de ontwikkeling van lokale partnerschappen in het kader van het Leader-programma;
  • De uitwisseling van beste praktijken door de lidstaten, met name inzake de beroepsstatus van meewerkende echtgenoten in de landbouwsector, waarbij aandacht wordt besteed aan de socialezekerheidsrechten van vrouwen, met inbegrip van moederschapsverlof of pensioenrechten, en de toegang van vrouwen tot beschikbare EU-financiering;
  • de ontwikkeling onderzoeken van partnerschapsmodellen met betrekking tot eigendom van landbouwbedrijven.

Vrouwen in extern beleid en ontwikkeling

Gendergelijkheid is cruciaal voor mensenrechten, duurzame ontwikkeling en slimme economieën. Empowerment van vrouwen overal ter wereld is cruciaal voor wereldwijde vooruitgang. De EU heeft hierin een belangrijke rol te spelen door partnerlanden te ondersteunen bij het aanpakken van genderdiscriminatie, door een meer stimulerende omgeving te creëren voor de verwezenlijking van de rechten van meisjes en vrouwen om echte en tastbare verbeteringen in gendergelijkheid te bereiken.

Actiepunten voor vrouwen in externe acties:

  • Handhaving van gendergelijkheid als belangrijkste prioriteit van de programma's en projecten in het kader van GAP II, waaronder de aanpak van de rechten van vrouwen en meisjes op vier cruciale gebieden: fysieke en psychologische integriteit, waaronder de strijd tegen genitale verminking van vrouwen; bevordering van de economische en sociale rechten en de zelfbeschikking van meisjes en vrouwen; versterking van de participatie van vrouwen en meisjes; en een horizontale pijler om de institutionele cultuur te veranderen zodat de EU haar toezeggingen effectiever kan nakomen;
  • GAP III moet de rechten van vrouwen verder verbeteren door het bewustzijn van en de toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid voor vrouwen en meisjes te vergroten en hen in staat te stellen deze gezondheid te handhaven en te verbeteren, zonder dwang, geweld, discriminatie en misbruik;
  • Het nauwkeurig bijhouden van alle uitgaven voor genderactiviteiten, met indicatoren, om het effect te beoordelen en de kwaliteit van gendermainstreaming te verbeteren;
  • Zorgen voor samenhang tussen intern en extern beleid, acties en financiering op het gebied van gendergelijkheid om maximaal van elkaar te leren en synergieën te creëren.

Vrouwen in de media

Traditionele en sociale media spelen een cruciale rol in de maatschappelijke vertegenwoordiging en culturele verspreiding en in de informatievoorziening en hebben een enorme invloed op de bevordering van vrouwenrechten. Stereotypen en de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de media blijven bestaan en zijn duidelijk zichtbaar in de media-inhoud. De Raad van Europa verklaarde dat "vrouwen slechts ongeveer een kwart uitmaken van de personen die in het nieuws worden gehoord, waarover wordt gelezen of die in het nieuws worden gezien, en dat ze zelden worden vertegenwoordigd in een deskundige hoedanigheid". Vrouwen zijn ook ondervertegenwoordigd in de beroepsgroep op alle niveaus van de bestuursstructuur: media-eigendom, informatieproductie en besluitvormingsproces.

  • De maatregelen uitvoeren die zijn uiteengezet in de resolutie van het Europees Parlement van 2018 over "Gendergelijkheid in de mediasector in de EU";
  • Samenwerken met de lidstaten om het bewustzijn van vrouwen in de media te vergroten en beste praktijken uit te wisselen om de vertegenwoordiging en weergave van vrouwen in de media te bevorderen.

4. GEZONDHEID VAN VROUWEN EN MEISJES

De PPE-Fractie zet zich in voor een positieve en proactieve benadering van gezondheidszorg, gedurende de hele levenscyclus. Wij geloven dat vrouwen in staat moeten worden gesteld om hun eigen gezondheidszorg te sturen, ondersteund door medische professionals.

Om weloverwogen keuzes te kunnen maken, moeten vrouwen hun hele leven toegang hebben tot betrouwbare en wetenschappelijk onderbouwde informatie. Uitgebreide seksuele voorlichting op de juiste leeftijd, anticonceptie, voorlichting over vruchtbaarheid en informatie over medische procedures, conceptie, zwangerschap en postnatale zorg zijn van vitaal belang. De EVP Groep wil de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van vrouwen bevorderen, met inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten op dit gebied. Gezinsplanning en reproductieve gezondheidszorg moeten beschikbaar zijn voor alle vrouwen, op basis van hun persoonlijke omstandigheden en individuele behoeften, met een benadering waarin de vrouw centraal staat en die wordt ondersteund door medische professionals.

Actiepunten voor de gezondheid van vrouwen:

  • De EU-strategie voor volksgezondheid moet gendermainstreaming krijgen om rekening te houden met gendervooroordelen;
  • De lidstaten moeten maatregelen nemen ter bestrijding van meervoudige ongelijkheden en nadelen die kwetsbare vrouwen en meisjes ondervinden bij de toegang tot gezondheidszorg;
  • Ervoor zorgen dat alle vrouwen kunnen beschikken over seksuele voorlichting, voorlichting over vruchtbaarheid en informatie over conceptie, anticonceptie, zwangerschap en postnatale zorg die past bij hun leeftijd;
  • Zorgen voor passende prenatale en postnatale gezondheidszorg voor alle moeders, met als doel dat geen enkele vrouw sterft tijdens de bevalling;
  • Om gemeenschappelijke Europese normen te ontwikkelen voor de zorg voor moeders en om zorgverleners in staat te stellen beste praktijken op dit gebied uit te wisselen;
  • Ervoor te zorgen dat medisch personeel zijn taken op een discriminatievrije manier uitvoert, voldoende gesensibiliseerd is en over de nodige competenties beschikt om een beter inzicht te krijgen in de situatie van kwetsbare meisjes en vrouwen;
  • Verder samenwerken met de lidstaten om borstvoeding te bevorderen en een EU-systeem op te zetten voor het veilig gebruik van geneesmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding. Samenwerken met de lidstaten en de Europese Commissie om het grensoverschrijdend gebruik van melkbanken te bevorderen, zodat vrouwen in grensregio's zo nodig van deze steun gebruik kunnen maken;
  • de kwestie van het draagmoederschap, de verschillende aspecten en de juridische implicaties ervan zowel binnen de EU als in het externe optreden van de EU verder onderzoeken om na te gaan of de praktijk volledig in overeenstemming is met de mensenrechten;
  • een gendersensitieve benadering te hanteren bij de bewustmaking, diagnose en behandeling van ziekten.

Kanker

Kanker treft zowel vrouwen als mannen, maar de genderspecifieke vormen van kanker en de aanpak van diagnose en preventie kunnen verschillen. Als gevolg hiervan zijn gerichte en verschillende beleidsreacties nodig.

Actiepunten voor kanker:

  • Een sterkere focus op bewustmaking van kankerpreventie en -behandeling bij mannen, gezien de huidige lagere niveaus van gezondheidsbewustzijn;
  • Hoewel de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de gezondheidszorgstelsels en de verstrekking van gezondheidszorg op de lange termijn bij de afzonderlijke lidstaten ligt, zijn samenwerking en uitwisseling van beste praktijken op Europees niveau in combinatie met een efficiënt gebruik van EU-middelen van voordeel bij het aanpakken van gemeenschappelijke uitdagingen in de strijd tegen kanker;
  • De integratie van een genderspecifieke aanpak bij de ontwikkeling en uitvoering van het EU-plan voor kankerbestrijding;
  • Het aanmoedigen van de EU-lidstaten om middelen te bundelen om het HPV-vaccin in grote hoeveelheden aan te schaffen, waardoor de kosten omlaag gaan en de kankerpreventie wordt versterkt, zodat alle kinderen het vaccin kunnen krijgen.

Vrouwen met een handicap

46 miljoen vrouwen en meisjes in de Europese Unie leven met een handicap, en vrouwen met een handicap worden geconfronteerd met veelvuldige en elkaar kruisende uitdagingen en discriminaties.

Actiepunten voor handicaps:

  • Het genderperspectief verder opnemen in de komende strategie voor gehandicaptengelijkheid 2021, inclusief verbeterde toegang tot de arbeidsmarkt en justitie.
  • Gendermainstreaming verder doorvoeren in de beleidsvorming inzake handicaps en zorgen voor volledige toegang tot rechten voor vrouwen en meisjes met een handicap die in instellingen verblijven.

Andere gerelateerde inhoud

6 / 54