Standpuntnota van de EVP-Fractie over asiel en migratie

01.02.2023

Standpuntnota van de EVP-Fractie over asiel en migratie

Publicatie picture

Voorwoord bij de tweede editie

In april 2020 heeft de EVP-Fractie, na uitgebreide discussie binnen de fractie, een alomvattende standpuntnota over asiel en migratie aangenomen. Deze nota, waarin onze voornaamste prioriteiten op het gebied van asiel en migratie uiteen zijn gezet, is nog altijd zeer relevant. Desalniettemin hebben enkele ontwikkelingen hun stempel gedrukt op het asiel- en migratiebeleid van de Unie. 

De mondiale pandemie die vanaf maart 2020 werd veroorzaakt door het SARS-CoV-2-virus leidde tot de herinvoering van controles aan de binnengrenzen en ontregelde de werking van het Schengengebied en het vrij verkeer van personen. De pandemie zorgde voor een drastische, tijdelijke afname van het aantal irreguliere binnenkomsten in de EU. In de eerste drie kwartalen van 2022 is echter het hoogste aantal illegale binnenkomsten genoteerd sinds 2016, wat onder meer wijst op een vertraagd effect van de machtsovername door de taliban in Afghanistan op de migratie naar Europa. De meest gevolgde routes blijven die door de Westelijke Balkan en het centrale Middellandse Zeegebied. Dat heeft ertoe geleid dat diverse lidstaten de controles aan de binnengrenzen hebben behouden of opnieuw hebben ingevoerd. 

In de zomer van 2021 opende het Loekasjenko-regime een hybride aanval aan de oostgrenzen van de EU door migranten in te zetten als instrument. De Wit-Russische autoriteiten organiseerden de binnenkomst van niet-EU-burgers uit het Midden-Oosten in Minsk en hun doorreis naar de EU, onder meer door het gebruik van geweld tegen de migranten en schendingen van de Litouwse, Letse en Poolse soevereiniteit. Het is niet de eerste keer dat migranten worden ingezet als instrument. In februari 2020 werd dit ook gedaan door de Turkse autoriteiten in Evros, Griekenland, en in mei 2020 door de Marokkaanse autoriteiten in Ceuta, Spanje. Turkije maakt zich hier ook al zes jaar schuldig aan op Cyprus, via de groene lijn.

Op 24 februari 2022 begon Rusland een illegale aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die leidde tot de grootste volksverhuizing in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog, en tot de allereerste inwerkingstelling van de EU-richtlijn tijdelijke bescherming sinds deze in 2001, in de nasleep van de oorlog in Joegoslavië, werd aangenomen. De ongekende solidariteit met de Oekraïense vluchtelingen is een sterk punt van de EU en laat zien dat de bereidheid bestaat om solidariteit te verlenen aan lidstaten die onder druk staan. De opvang van Oekraïense vluchtelingen en het grote aantal onderdanen van derde landen dat in de EU internationale bescherming aanvraagt, zetten de asiel- en opvangstelsels van de lidstaten echter onder druk. Voorts heeft de brute agressie van Rusland tegen Oekraïne een wereldwijde voedselcrisis veroorzaakt, waardoor de ontwikkelingslanden bijzonder hard werden getroffen, en lidstaten in de voorste linie – zoals Roemenië en Polen, die zorgden voor de doorvoer van graan uit Oekraïne – onder druk werden gezet.

In dit verband voorziet deze standpuntnota over asiel en migratie in een gerichte herziening en actualisering van de nota van april 2020, met name door middel van nieuwe beleidsvoorstellen om tegen te gaan dat migranten worden ingezet als instrument en om lering te trekken uit de opvang van Oekraïense vluchtelingen en de richtlijn tijdelijke bescherming.  

Inleiding

Massamigratie is een wereldwijd verschijnsel. Mensen hebben zich altijd verplaatst binnen en tussen continenten, gedreven door oorlogen en conflicten, angst, armoede, instabiliteit, klimaatverandering, honger en de hoop op betere leefomstandigheden. Mensen verplaatsen zich ook op een legitieme en georganiseerde manier om te studeren, werken of zich te verenigen met familie in een ander land. Deze standpuntnota gaat echter met name over illegale migratie en mensen die op zoek zijn naar internationale bescherming. 
De christendemocratie stoelt op het beginsel van menselijke waardigheid, dat voorschrijft dat je mensen in nood geen hulp mag weigeren. Geïnspireerd door dit beginsel staat de EVP-Fractie voor een menselijke benadering van migratie en verantwoordelijke oplossingen. 

In 2021 zagen 16,1 miljoen mensen zich door verschillende soorten crises gedwongen te vluchten. Volgens de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR) steeg het aantal gedwongen ontheemden medio 2022 daardoor tot 103 miljoen. Eind 2021 waren zo’n 53,2 miljoen van hen ontheemd in eigen land en de rest buiten hun land van oorsprong. 

Migratiebeheer is en blijft altijd een van de bepalende, intergenerationele uitdagingen en kansen voor Europa. De ervaring van het afgelopen decennium heeft geleerd dat er doeltreffende maatregelen nodig zijn om illegale migratie, die de komende jaren een hardnekkige uitdaging zal blijven, te beteugelen. 

Onderliggende tendensen in de economische ontwikkeling, demografische veranderingen, mondialisering van vervoer en communicatie evenals instabiliteit in naburige regio’s – alles wijst erop dat mensen zullen blijven proberen naar de EU te komen, op zoek naar een toevluchtsoord of een beter leven, of om zich te verenigen met hun naaste familieleden. Het is daarom zaak dat de Europese Unie eindelijk een gemeenschappelijk Europees antwoord op deze uitdaging vindt waarmee daadwerkelijke solidariteit en verantwoordelijkheid kan worden gewaarborgd overeenkomstig artikel 80 VWEU. 

In 2015 en 2016 kwam de Europese Unie voor een uitzonderlijke uitdaging te staan toen in twee jaar tijd bijna twee miljoen mensen haar kusten bereikten, nadat zij vaak met gevaar voor eigen leven op weg naar Europa waren overgeleverd aan smokkelaars. 

Er zijn een aantal maatregelen ingevoerd om die uitdaging het hoofd te bieden en er is nieuwe wetgeving voorgesteld, maar de strijd tegen mensenhandelaars en -smokkelaars, de bevordering van legale toegangsroutes, de versterking van onze buitengrenzen en de aanpak van illegale migratie zijn allemaal onderling verweven. De Europese Unie beraadt zich echter nog steeds over een gemeenschappelijke aanpak op het gebied van asiel en migratie. 

De lopende besprekingen over de totstandbrenging van een nieuw alomvattend wetgevingskader moeten een dringende prioriteit zijn om de hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS) nog tijdens deze zittingsperiode rond te krijgen.

Kwetsbaren beschermen – De strijd tegen mensensmokkel- en -handelnetwerken

Volgens Europol maakt meer dan 90 % van de mensen die de EU illegaal binnenkomen gebruik van de diensten van smokkelaars om hun reis deels te organiseren. De route door de Westelijke Balkan – waar in 2022 45 % van alle gevallen van illegale binnenkomst in de Europese Unie werd geregistreerd – en die door het centrale Middellandse Zeegebied blijven de meest gevolgde migratieroutes. Tochten langs deze routes eindigen niet altijd met aankomst op EU-grondgebied. Nadat de buitengrenzen eenmaal zijn overschreden, blijven de criminele netwerken hun activiteiten voortzetten, door niet-toegestane secundaire bewegingen binnen de EU te faciliteren en de basis te leggen voor verdere seksuele of arbeidsuitbuiting en voor de opzet van georganiseerde-misdaadstructuren. Alle lidstaten en hun autoriteiten moeten alles in het werk stellen om te voorkomen dat mensen aan boord gaan van onveilige boten en in de handen vallen van mensensmokkelaars en -handelaars. 

De beperkende maatregelen die tijdens de pandemie zijn genomen, hebben aangetoond dat mensensmokkel- en -handelsnetwerken zich snel kunnen aanpassen door gebruik te maken van nieuwe routes, technologieën en werkwijzen. Langs alle routes staan mensenlevens, met name van vrouwen en kinderen, op het spel door het cynische en onmenselijke bedrijfsmodel van smokkelnetwerken. Het ontmoedigen van illegale migratie moet daarom in ons beleid centraal staan als middel om criminele netwerken en hun uitbuiting van kwetsbare mensen te bestrijden. 

Het is aan de lidstaten om te beslissen wie er voet zet op hun grondgebied – niet aan criminelen. Het is van cruciaal belang om alle maatregelen tegen mensensmokkelaars en -handelaars aan te scherpen, hun bedrijfsmodel te ontwrichten en een eind te maken aan hun straffeloosheid. Versterkte grensoverschrijdende samenwerking, meer informatie-uitwisseling en coördinatie tussen de lidstaten, gecoördineerde operationele acties, alsmede adequate opleiding en middelen voor de bevoegde autoriteiten en instanties zijn allemaal essentieel om problemen als mensenhandel aan te pakken en ervoor te zorgen dat mensensmokkelaars en -handelaars geen ruimte hebben om te handelen. De Commissie moet de reeds genomen maatregelen tegen mensensmokkel en -handel evalueren en, waar nodig, wetgevende en niet-wetgevende maatregelen voorstellen om de strijd tegen deze criminele netwerken op te voeren en het leven van vluchtelingen te beschermen. 

Nauwere betrokkenheid, informatie-uitwisseling, coördinatie en een goed gestructureerde en permanente samenwerking met derde landen blijft de sleutel tot het voorkomen van migrantensmokkel en -handel. Dit omvat capaciteitsopbouw met betrekking tot doeltreffende asielwetgeving, wetshandhaving en grensbeheer, maar ook op gebieden als onderwijs, institutionele en economische hervormingen en sociaal beleid. Ook het bevorderen van voorlichtings- en bewustmakingscampagnes over de risico’s van mensensmokkel, mensenhandel en illegale migratie is noodzakelijk. Dit is een essentiële factor om te voorkomen dat potentiële migranten en asielzoekers, onder wie mensen in bijzonder kwetsbare situaties, zoals kinderen, gevaarlijke tochten naar de EU ondernemen. 

Deze goed gestructureerde en permanente samenwerking met derde landen is een sleutelfactor voor het bereiken van de doelstellingen van Europees geïntegreerd grensbeheer. In dit verband staat de EVP-Fractie positief tegenover maatregelen van de Commissie om Frontex in derde landen in te zetten door middel van operationele overeenkomsten. De Commissie moet via EU-fondsen ook steun verlenen aan lidstaten die bilateraal functionarissen inzetten en grensbeschermingsmaatregelen uitvoeren waar Frontex niet actief is, zonder afbreuk te doen aan de noodzakelijke samenhang en coördinatie op EU-niveau.

Het gebruik en de monitoring van socialemediaplatforms kunnen een centrale rol spelen als instrument om mensensmokkel- en -handelsnetwerken op te sporen en te voorkomen dat mensen hun toevlucht nemen tot hun cynische en onmenselijke methoden. Bij door de EU gefinancierde humanitaire operaties moet aandacht blijven uitgaan naar de specifieke behoeften en kwetsbaarheden van kinderen en moet worden toegezien op hun bescherming wanneer zij ontheemd zijn. Alle EU-programma’s moeten worden voortgezet, met strikt begrotingstoezicht en -controle in de belangrijkste landen van herkomst en doorreis, en moeten onderdeel uitmaken van een samenhangende strategie met derde landen. 

De Europese Commissie moet het EU-migratiebeleid jaarlijks evalueren, met inbegrip van eventuele push- en pullfactoren, evenals de bereidheid van de landen van de Westelijke Balkan om constructief met de lidstaten samen te werken op het gebied van migratievraagstukken, met als doel om de Unie beter in staat te stellen strategische prognoses te formuleren en haar crisisparaatheid te verhogen, wat van essentieel belang is voor de veerkracht van de Unie op dit gebied.  

Bij alle maatregelen of beslissingen die kinderen betreffen, moet het belang van het kind vooropstaan, en moet het recht van elk kind om in de eerste plaats als kind te worden behandeld, worden gewaarborgd.

Het Schengengebied versterken: kernacties1(zie pdf)

Het Schengengebied is een van de meest tastbare verworvenheden van de Europese integratie en een van de belangrijkste pijlers van het Europese project. Het maakt het vrije verkeer mogelijk van meer dan 400 miljoen EU-burgers, en van niet-EU-burgers die legaal op het grondgebied van de Unie verblijven.

De afgelopen jaren is het Schengengebied onder uitzonderlijke druk komen te staan door de dreigingen van terrorisme, radicalisering, georganiseerde misdaad, niet-toegestane secundaire bewegingen van onderdanen van derde landen en, meer recent, beperkingen in het kader van de pandemie. 

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) is een mijlpaal in de geschiedenis van het Europese grensbeheer en een essentieel onderdeel van het waarborgen van een doeltreffende bescherming van Europa’s buitengrenzen. Met de oprichting van een volwaardig Europees grens- en kustwachtsysteem zijn de beginselen van gedeelde verantwoordelijkheden en solidariteit tussen de lidstaten en de Unie op tastbare wijze in de praktijk gebracht. Het agentschap ziet nauwlettend toe op de bescherming van de buitengrenzen van de EU en ondersteunt de uitvoering van de maatregelen van de Unie voor het beheer ervan, terwijl de lidstaten primair verantwoordelijk blijven voor het beheer van hun buitengrenzen in hun eigen nationaal belang en in het bredere belang van alle lidstaten. Het agentschap werkt aan een snelle opsporing en aanpak van alle bedreigingen voor de veiligheid, en werkt daarbij volledig samen met de lidstaten op het grondgebied waarop het actief is. 

De EVP-Fractie steunt Frontex volledig als essentieel EU-agentschap en verwerpt elke poging om de rol van dit agentschap bij de bescherming van de buitengrenzen van de EU te verzwakken ten stelligste. Daarnaast neemt de EVP-Fractie er nota van dat de functionaris voor de grondrechten van het agentschap pleit voor meer betrokkenheid van Frontex bij het toezicht op en de ondersteuning van de lidstaten bij hun in het EU-acquis vastgelegde verplichtingen. 

Wij zijn ook ingenomen met de uitbreiding van het mandaat van Frontex door middel van Verordening (EU) 2019/1896, die het agentschap in staat stelt operationele overeenkomsten te ondertekenen en teams met uitvoerende bevoegdheden in te zetten in alle derde landen. De EU-instellingen moeten het agentschap voorzien van voldoende financiering voor de uitvoering van zijn mandaat, met de nodige uitrusting en personeel. In dit verband moet het agentschap zo spoedig mogelijk de strategische doelstelling van een capaciteit van 10 000 operationele personeelsleden bereiken. EU-agentschappen moeten altijd de waarden van de Europese Unie hooghouden, of zij nu in het land van vestiging of elders actief zijn. 

De EVP-Fractie is ingenomen met het beleidsdocument van de Commissie waarin een meerjarig strategisch beleid voor Europees geïntegreerd grensbeheer (EIBM) wordt ontwikkeld, als een instrument dat van cruciaal belang is voor de lidstaten en Frontex bij het beheer van de buitengrenzen van de EU. 

Na de vaststelling van regels voor de interoperabiliteit van informatiesystemen wordt een aantal verbeterde grenscontrole-instrumenten ingevoerd, waaronder het inreis-uitreissysteem, het visuminformatiesysteem, het Schengeninformatiesysteem en het Europees reisinformatie- en vergunningensysteem om de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten te verbeteren. De EVP-fractie is verheugd over de toezegging van de Commissie om het meest geavanceerde systeem voor toegang en informatie-uitwisseling in te voeren om de Unie en haar burgers te beschermen. 

De hervorming van het Eurodac-systeem en de nieuwe verordening betreffende de screening van onderdanen van derde landen moeten snel worden afgerond om eventuele informatielacunes en blinde vlekken te dichten en tegelijkertijd de grondrechten van alle aanvragers te waarborgen. De uitgebreide categorieën voor de registratie van onderdanen van derde landen in het Eurodac-systeem zullen bovendien zorgen voor een beter toezicht op verplaatsingen binnen de EU en identiteitsfraude voorkomen. 

Alle agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken die een rol spelen bij het grensbeheer moeten over voldoende financiële middelen beschikken om ervoor te zorgen dat hun dagelijkse werkzaamheden en hun vermogen om de buitengrenzen van de EU en de veiligheid in het Schengengebied te beschermen, gewaarborgd zijn, met name in het licht van hun operationele steun aan de lidstaten bij het beheer van de ontheemding als gevolg van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne. De grondrechten en het internationaal recht moeten bij deze werkzaamheden worden geëerbiedigd.  

De Commissie heeft een voorstel ingediend tot wijziging van de Schengengrenscode en het evaluatie- en toezichtmechanisme van Schengen om het Schengengebied sterker te maken en beter af te stemmen op de voortdurende uitdagingen. In dit verband onderstreept de EVP-fractie dat de lidstaten het recht behouden om als laatste redmiddel tijdelijke controles aan de binnengrenzen in te voeren, die slechts bij uitzondering en op evenredige wijze voor een beperkte periode mogen worden ingesteld. Dergelijke maatregelen moeten worden ingetrokken zodra de dreigingen ophouden te bestaan. Daarom staat de EVP-Fractie positief tegenover voorstellen met betrekking tot alternatieven voor controles aan de binnengrenzen. 

In een tijd waarin de veiligheidsstructuur van Europa onder druk staat, zou de uitbreiding van het Schengengebied bijdragen tot extra veiligheid en een betere controle aan Europa’s buitengrenzen. In dit verband is de EVP-Fractie ingenomen met de volledige toetreding van Kroatië tot het Schengengebied en dringt zij er bij de Raad op aan alles in het werk te stellen om het besluit over de volledige toepassing van alle bepalingen van het Schengenacquis op Bulgarije en Roemenië bij de eerste gelegenheid in 2023 aan te nemen, zodat de afschaffing van personencontroles aan alle binnengrenzen zo spoedig mogelijk voor deze lidstaten kan worden afgeschaft. Bulgarije en Roemenië zijn betrouwbare partners die de buitengrenzen van de EU beschermen en doeltreffend bijdragen aan een hoog niveau van veiligheid en welvaart, zoals tijdens recente crisis is gebleken. Net zoals met Kroatië het geval is, zou de toetreding van Bulgarije en Roemenië het Schengengebied versterken en ook helpen gelijke rechten te waarborgen van alle burgers in het gebied. 

De EVP-Fractie is ook ingenomen met de voorgestelde bepalingen voor de Schengengrenscode, die de Europese Commissie er nadrukkelijk toe verplichten gemeenschappelijke normen vast te stellen voor de beveiliging van de externe landgrenzen op Europees niveau, alsook met de bepalingen waarin de mogelijkheden voor grensbeveiliging in situaties van instrumentalisering van migranten nader worden omschreven, met de nadruk op preventieve maatregelen.

Stimulering van terugkeer en overname

Voor een doeltreffende uitvoering van het CEAS en de vrijwaring van het Schengengebied is een efficiënt terugkeerbeleid nodig voor niet-EU-burgers die geen juridische gronden hebben om in de EU te blijven.

Ieder jaar krijgen zo’n 500 000 niet-EU-burgers het bevel de Unie te verlaten, omdat zij niet het recht hebben het EU-grondgebied binnen te komen of er te verblijven. Volgens de Europese Rekenkamer wordt slechts 19 % teruggestuurd naar landen buiten het Europees continent. Dit percentage ligt iets hoger als we landen in Europa meerekenen. Ondanks de voortdurende inspanningen van de lidstaten, de Europese Commissie en Frontex, zoals de benoeming van de EU-coördinator voor terugkeer in maart 2022 en de vaststelling van een EU-strategie voor vrijwillige terugkeer, is het terugkeerpercentage verre van bevredigend. Dit gaat vaak niet alleen ten koste van de betrokkenen, maar ook van de EU-opvangfaciliteiten en de desbetreffende lokale gemeenschappen. Voor het systeem is het absoluut noodzakelijk dat het aantal terugkerende personen aanzienlijk omhooggaat. 

De lidstaten en derde landen moeten extra inspanningen leveren om het terugkeerpercentage op te trekken. De terugkeerstelsels van de lidstaten moeten op een gecoördineerde manier werken. Tot de belangrijkste maatregelen behoren actief toezicht op de situatie van niet-EU-burgers tijdens de gehele terugkeerprocedure, meer bijstand voor coöperatieve niet-EU-burgers die bereid zijn vrijwillig te vertrekken en het waarborgen van de naleving van de terugkeerverplichting. Daarnaast moeten de uitwisseling van informatie en de coördinatie met betrekking tot afgewezen aanvragen tussen de opvangfaciliteiten en de betrokken actoren op het terrein worden verbeterd om onderduiken en secundaire bewegingen te voorkomen, met volledige eerbiediging van de grondrechten. De herschikking van de terugkeerrichtlijn moet daarom absoluut worden afgerond. Alle terugkeerinspanningen moeten er, waar mogelijk en passend, voor zorgen dat niet-EU-burgers hun terugkeerbesluit in een opvangcentrum laten behandelen, zonder dat zij onnodig lang worden vastgehouden.  

De volledige toepassing van het Schengeninformatiesysteem voor terugkeer is ook cruciaal voor het verbeteren van grensprocedures en het voorkomen van secundaire bewegingen.

De lidstaten moeten volledig gebruikmaken van het nieuwe mandaat van Frontex op het gebied van het faciliteren en coördineren van terugkeer, rekening houdend met de uitbreiding van dit mandaat in zowel de interne als de externe dimensie, met inbegrip van activiteiten voorafgaand aan de terugkeer en na de terugkeer. Ook zouden we beter gebruik moeten maken van de coördinator voor terugkeer om een doeltreffend en gemeenschappelijk Europees terugkeerstelsel te waarborgen.  

In het kader van de Overeenkomst van Cotonou hebben alle staten in Afrika, het Caribische gebied en het gebied van de Stille Oceaan zich ertoe verbonden eigen onderdanen die irregulier op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie verblijven, op verzoek van die lidstaat en zonder onnodige vertraging terug te laten keren en over te nemen. Die verbintenis heeft op dit gebied niet de verwachte resultaten opgeleverd. Daarom pleiten wij voor steun voor de nieuwe OACPS-EU-Partnerschapsovereenkomst voor een betere afdwingbaarheid van de migratie-gerelateerde aspecten van de samenwerking tussen de EU en de ACS, en dringen wij aan op de ratificatie en inwerkingtreding van deze overeenkomst. De EVP-Fractie verzoekt de Raad er zo spoedig mogelijk voor te zorgen dat alle lidstaten de aanneming van de overeenkomst unaniem steunen. 

Zowel bij de onderhandelingen over als bij de uitvoering van overnameovereenkomsten moet krachtig en consistent duidelijk worden gemaakt dat de EU en haar lidstaten van het betrokken derde land medewerking verwachten. Dat is ook het doel van de visumcodeverordening, die door de Unie en haar lidstaten moet worden toegepast. In dit verband benadrukt de EVP-Fractie dat het derde land zijn visumbeleid als voorwaarde voor visumvrijstelling moet afstemmen op dat van de EU. 

De Commissie moet de doeltreffendheid van het opschortingsmechanisme in artikel 8 van Verordening 2018/1806 evalueren. De bestaande procedures zijn ingewikkeld en kunnen niet onmiddellijk worden toegepast wanneer zich een probleem voordoet. De lidstaten moeten ook een toename kunnen melden van niet-EU-burgers die aankomen via landen die een visumvrijstelling hebben.  

De EVP-Fractie neemt nota van de succesvolle toepassing van visumvoorwaarden en herhaalt haar oproep om het conditionaliteitsmechanisme uit te breiden tot ontwikkelingshulp.

De samenwerking moet echter voor beide partijen voordelig zijn en gebaseerd zijn op het beginsel “meer voor meer”, met inbegrip van het visumbeleid van de EU, waarbij extra inspanningen van landen van herkomst en doorreis worden beloond met meer samenwerking en extra steun van de EU. 

Alle relevante beleidsmaatregelen, instrumenten en hulpmiddelen van de EU, waaronder handelsovereenkomsten, ontwikkelingshulp, legale migratie en visumbeleid, moeten worden gekoppeld aan de medewerking van derde landen op het gebied van migratie, terugkeer en overname. Het is van cruciaal belang dat de bestaande overnameovereenkomsten worden benut en dat de EU en haar lidstaten nieuwe overnameovereenkomsten op het gebied van migratie en mobiliteitspartnerschappen met derde landen sluiten.

Het niveau van de samenwerking moet periodiek worden geëvalueerd om ervoor te zorgen dat de partnerschappen op duurzame samenwerking zijn gebaseerd. Wederzijds respect en de verantwoordelijkheid voor de bescherming van de grondrechten moeten de basis voor alle samenwerking vormen. Onvoldoende medewerking van landen van herkomst en doorreis zouden moeten leiden tot een afname van de samenwerking met en steun van de EU, zonder dat dat gevolgen heeft voor noodzakelijke humanitaire hulp.

Voor de interne dimensie van zijn mandaat op het gebied van terugkeer moet Frontex verder werken aan een gemeenschappelijk terugkeerplatform voor het verzamelen, analyseren, plannen en organiseren van gemeenschappelijke acties, om de samenwerking tussen de lidstaten en derde landen te vergemakkelijken, met name voor het organiseren en uitvoeren van terugkeer- en overnameprocedures.

Het is van essentieel belang dat terugkeerbesluiten wederzijds worden erkend. Hoewel alle lidstaten hun activiteiten op dit gebied moeten aanscherpen, kan de doeltreffendheid van de terugkeer alleen worden verbeterd als wij de coördinatie tussen de lidstaten versterken en toewerken naar een Europese aanpak. In dit verband steunt de EVP-Fractie het werk van de EU-coördinator voor terugkeer en het netwerk op hoog niveau voor terugkeer. 

Het Europese netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen moet, in combinatie met de verbindingsfunctionarissen voor terugkeer van Frontex en de Europese migratieverbindingsfunctionarissen in derde landen, leiden tot een doeltreffende inzet in derde landen en zal hen in staat stellen om op operationeel niveau passend toezicht te houden op basis van concrete terugkeer- of overnameverzoeken van de lidstaten.

De in april 2021 door de Commissie gepresenteerde EU-strategie voor vrijwillige terugkeer en re-integratie en de in januari 2023 door de Commissie aangenomen operationele strategie voor doeltreffender terugkeer zijn belangrijke instrumenten om te zorgen voor een snellere en duurzamere terugkeer van niet-EU-burgers. De EVP-Fractie verwacht dat de EU en haar lidstaten, binnen hun respectieve bevoegdheden, de strategie volledig uitvoeren, met inbegrip van het aanmoedigen en bevorderen van specifieke programma’s voor sociale en arbeidsre-integratie. Er moet een EU-strategie voor gedwongen terugkeer worden uitgewerkt.

Het CEAS en het nieuw migratie- en asielpact

In 2020 heeft de Commissie een nieuw migratie- en asielpact voorgesteld, dat voortbouwt op de voorstellen uit 2016 voor een hervorming van het CEAS. Dit pact moet voorzien in een alomvattende aanpak op gebieden als grensbeheer, migratie, asiel en integratie. 

Onze prioriteiten zijn niet ingrijpend gewijzigd. Voor de EVP-Fractie is het van het grootste belang om een gemeenschappelijk migratie- en asielstelsel op te zetten dat te allen tijde goed functioneert en antwoordt biedt op huidige en toekomstige migratiecrises en wereldwijde migratietrends. We hebben een stelsel nodig dat mensen in nood, Europese burgers en de buitengrenzen van de EU beschermt en dat gericht is op het herstel van het vertrouwen tussen de lidstaten en het vertrouwen in het vermogen van de Europese Unie om migratie te beheren.

Volgens het pact omvat de nieuwe verordening asiel- en migratiebeheer een herschikking van het Dublinsysteem om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is. Voor de EVP-Fractie is het van essentieel belang dat de nieuwe verordening zorgt voor een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheid, een betere naleving van de regels en de rangorde van de criteria om te bepalen welke EU-lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek, en de daadwerkelijke uitvoering van overdrachten. De samenwerking en het vertrouwen tussen de lidstaten moeten worden versterkt. 

Het asiel- en migratiestelsel moet gestoeld zijn op het beginsel van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, inclusief de financiële gevolgen daarvan. In dit verband voorziet de verordening asiel- en migratiebeheer in een solidariteitsmechanisme om situaties van migratiedruk aan te pakken. Voor de EVP-Fractie is het belangrijk dat alle lidstaten in het kader van het solidariteitsmechanisme een eerlijke bijdrage leveren. De EVP-Fractie is voorstander van een verplicht solidariteitsmechanisme met flexibele manieren om lidstaten in nood bij te staan, onder meer via financiële bijdragen, vrijwillige herplaatsing en andere maatregelen.

De EU moet ervoor zorgen dat de meeste aanvragen van asielzoekers aan de buitengrenzen van de Unie of in de transitzone van een lidstaat worden behandeld, voordat er een beslissing wordt genomen over de toegang van de aanvrager tot het grondgebied van de EU. De grensprocedure in de herschikte asielprocedureverordening is een belangrijk instrument om de aanvraagprocedure duidelijk te maken en het grensbeheer te verbeteren. Aangezien het goedkeuringspercentage van asielverzoeken in de EU minder dan 40 % bedraagt, moet de drempel voor het toestaan van de grensprocedure realistisch zijn. Ook moeten de lidstaten er bij de toepassing van de grensprocedure op toezien dat personen op wie deze procedure van toepassing is, geen toegang hebben tot het grondgebied van de EU. Hoe dan ook moet voor alle aanvragers sprake zijn van aanvaardbare en passende omstandigheden in de EU-opvangfaciliteiten.

Niettemin moet ook verder worden gesproken over de mogelijkheid om de indiening van asielverzoeken buiten het grondgebied van de EU toe te staan, waardoor een legale route naar de Unie zou kunnen worden gecreëerd voor personen die internationale bescherming genieten. In dit verband steunt de EVP-Fractie ook de snelle goedkeuring van het EU-hervestigingskader. 

De nieuwe regels voor asiel moeten het systeem efficiënter en veerkrachtiger maken, misbruik ontmoedigen en niet-toegestane verplaatsingen voorkomen. Er moeten ook duidelijke en passende verplichtingen zijn voor de aanvragers en welomschreven gevolgen indien zij daar niet aan voldoen. De naleving van de grondrechten is een prioriteit.

Alle veilige landen in het Middellandse Zeegebied, zowel EU-lidstaten als derde landen, spelen een rol bij zoek- en reddingsoperaties. Ontscheping moet altijd plaatsvinden in overeenstemming met het internationaal recht, ook als dat buiten het grondgebied van de EU gebeurt.

Het redden van levens op zee is een wettelijke verplichting uit hoofde van het internationaal recht en het Unierecht, maar komt in de eerste plaats neer op een daad van menselijkheid en solidariteit met mensen die gevaar lopen op zee. Vaartuigen die opsporings- en reddingsoperaties uitvoeren, moeten het desbetreffende internationale en Unierecht naleven, de instructies volgen die door het bevoegde reddingscoördinatiecentrum worden gegeven, en de regels volgen van en samenwerken met de autoriteiten van de lidstaten en Frontex om de veiligheid van migranten te waarborgen. Ook moeten de vaartuigen voldoen aan de veiligheids- en hygiënevoorschriften van het land van eerste binnenkomst. Alle EU-agentschappen, met inbegrip van Frontex, zijn verplicht de grondrechten te eerbiedigen van alle personen die asiel aanvragen. De EVP-Fractie verzoekt de Commissie een gedragscode voor te stellen voor de deelname van maatschappelijke organisaties aan opsporings- en reddingsactiviteiten, om zo verlies van mensenlevens op zee te voorkomen en een humanitaire aanpak te waarborgen terwijl mensensmokkel- en -handelsnetwerken verder worden ontmoedigd. Bij de opstelling van een dergelijke gedragscode moet de Commissie in eerste instantie Frontex en de autoriteiten van de lidstaten aan de frontlinie raadplegen, en vervolgens andere relevante actoren, zoals maatschappelijke organisaties. 

De EU moet, als onderdeel van een coherente “strategie voor Afrika”, de discussie voortzetten over regionale ontschepingsplatforms aan weerszijden van de Middellandse Zee, waar asielzoekers veilig kunnen worden opgevangen en hun aanvragen op doeltreffende, waardige en menselijke manier kunnen worden beoordeeld. Dergelijke regionale ontschepingsplatforms zouden kunnen worden beheerd door het Asielagentschap van de Europese Unie (EUAA) en Frontex, zonder afbreuk te doen aan de goede werking van het hervormde Dublinsysteem.

De overeenkomst tussen de EU en Turkije heeft de migratiedruk op Europa na de migratiecrisis van 2015/2016 aanzienlijk verminderd. Sinds maart 2020 is Turkije echter zonder geldige reden gestopt met het aanvaarden van terugkeerders van de Griekse eilanden. Bovendien weigert Turkije samen te werken met Cyprus op het gebied van terugkeer en blijft het tegelijkertijd migranten inzetten als instrument via de groene lijn. Daarnaast doen de Turkse autoriteiten erg weinig om hun toezegging uit hoofde van de gezamenlijke verklaring na te komen en illegale migratie uit Turkije naar de EU te voorkomen. De EU moet meer inspanningen leveren om Turkije te houden aan de verplichtingen die het met het akkoord tussen de EU en Turkije is aangegaan. 

Door soortgelijke overeenkomsten te sluiten met landen van herkomst en doorreis kan illegale migratie worden voorkomen, en kan een groot aantal migranten financiële steun krijgen in deze landen. 

Verdere versterking en harmonisatie van de CEAS-regels moeten ook zorgen voor een relatief gezien gelijke behandeling in de hele EU en een beperking van de factoren die de komst naar de EU onnodig stimuleren.

Het vermogen om aanvragen om internationale bescherming zorgvuldig en eerlijk te behandelen hangt voor beslissingsautoriteiten af van een aantal factoren die inherent zijn aan hun interne organisatie, middelen en werking. De frontloading van asielstelsels en het beleid om te investeren in de kwaliteit van de besluitvorming in eerste aanleg door te voorzien in voldoende middelen voor de bevoegde autoriteiten, zijn essentieel voor snelle en doeltreffende asielprocedures, evenals de opleiding van personeel en belangrijke procedurele waarborgen om aanvragers in staat te stellen alle onderdelen van hun aanvraag in een zo vroeg mogelijk stadium in te dienen. 

Interoperabiliteit van grootschalige IT-systemen zoals Eurodac, het Schengeninformatiesysteem, het visuminformatiesysteem, het ECRIS TCN en het inreis-uitreissysteem, die de lidstaten en de EU-agentschappen voorzien van cruciale gegevens om visumaanvragen beter te beheren, migratiestromen te controleren, niet-toegestane secundaire bewegingen te volgen en veiligheidsdreigingen snel te beoordelen, is onontbeerlijk voor een goed beheerd asiel- en migratiesysteem in de EU. 

Het EUAA speelt een cruciale rol bij het ondersteunen van de lidstaten bij de afhandeling van verzoeken om internationale bescherming en bij de opleiding van asielmedewerkers die asielaanvragen moeten behandelen. Als volwaardig agentschap is het EUAA nu bevoegd voor een bredere waaier aan taken, die van essentieel belang zijn gebleken om de lidstaten en derde landen te ondersteunen bij de aanpak van asiel en migratie.  

Legale migratie

We moeten een eerlijk en noodzakelijk onderscheid maken tussen personen die op legale wijze naar de EU komen en zij die dat irregulier doen. Legale migratie moet centraal staan in de algemene besprekingen, ook met derde landen van herkomst en doorreis, over samenwerking bij het beheer van migratiestromen. 

Arbeidsmigratie heeft aanzienlijke gevolgen voor het grondgebied en levert zowel kansen als uitdagingen op voor een vergrijzende en demografisch krimpende EU. Bij een succesvol beheer kan legale arbeidsmigratie een succesvolle aanvulling vormen op andere beleidsmaatregelen om niet alleen deze demografische trend, maar ook de arbeidstekorten en het verlies aan arbeidskrachten te keren. Onderwijs-, culturele en taalachtergronden vormen soms echter sociale belemmeringen die voor verdeeldheid zorgen. Daarom zijn, naast beleidsmaatregelen om talent aan te trekken en om trajecten voor arbeidsmigratie te creëren, andere beleidsmaatregelen voor de korte en lange termijn nodig om de integratie van legale migranten in de samenleving te vergemakkelijken.

Een slim beheer van migratie vereist een proactief beleid van duurzame, transparante en toegankelijke legale trajecten die zowel Europa als de landen van herkomst ten goede komen, om kwetsbare mensen beter te beschermen. Dit mag de ontwikkelingsvooruitzichten van ontwikkelingslanden niet negatief beïnvloeden. 

De EU moet de migratieregels verbeteren en nagaan hoe arbeidskrachten kunnen worden aangetrokken, evenals hooggekwalificeerde legale migranten en ondernemers die vacatures kunnen vervullen en kunnen zorgen voor economische groei. De gewijzigde richtlijn betreffende de Europese blauwe kaart en de lopende hervormingen van de richtlijn langdurig ingezetenen en de richtlijn betreffende een gecombineerde vergunning kunnen bijdragen tot een verbetering van de arbeidssituatie in Europa en in de landen van herkomst. De bevoegdheden van de lidstaten op dit gebied moeten worden geëerbiedigd en het is aan de lidstaten om te bepalen onder welke voorwaarden toegang tot hun arbeidsmarkt wordt verleend.

Wij moeten ook nauwer samenwerken met derde landen om evenredige, feitelijke en nauwkeurige informatie te verstrekken over de voordelen van legale en veilige trajecten in plaats van onregelmatige en gevaarlijke routes. De EU moet met deze landen een gestructureerde en zinvolle dialoog aangaan over de behoeften aan legale migratie en over samenwerking bij de bestrijding van illegale migratie, volgens het beginsel “meer voor meer”.

Legale migratie moet deel gaan uitmaken van de algemene besprekingen met derde landen van herkomst en doorreis over samenwerking bij het beheer van migratiestromen. De EU moet samenwerking van kmo’s tussen lidstaten en derde landen bevorderen en aandringen op een systeem van investeringen in plaats van alleen maar steun. We moeten bedrijven informeren over de mogelijkheden en voordelen van het in dienst nemen van niet-EU-burgers en over de wettelijke procedures om dat te doen, en tegelijkertijd de uitbuiting van illegale migranten bestrijden en de sancties tegen werkgevers die in strijd met de wet handelen, versterken. We moeten ten volle gebruikmaken van een EU-talentenpool en talentpartnerschappen om in te spelen op de behoeften van de arbeidsmarkt.

Er moet worden nagedacht over manieren waarop het EU-kader voor het beheer van legale migratie en met name arbeidsmigratie kan worden gewijzigd, waarbij ook puntsgewijze modellen naar het voorbeeld van die van Canada en andere landen moeten worden overwogen, met inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten.

Hervestiging biedt mensen die bescherming nodig hebben een veilig en legaal alternatief voor gevaarlijke, irreguliere tochten, en is een blijk van Europese solidariteit met derde landen die grote aantallen voor oorlog of vervolging gevluchte personen opvangen. Hoeveel personen binnen de EU worden hervestigd, moet worden overgelaten aan de lidstaten. Het feit dat de lidstaten zich blijven inzetten voor hervestiging als een veilige en legale manier om naar de EU te komen, bevestigt dat dit een belangrijk instrumenten blijft om mensen die internationale bescherming nodig hebben, in staat te stellen op een ordelijke, gereguleerde, veilige en waardige manier naar de EU te komen. Tegelijkertijd moet de verantwoordelijkheid voor bescherming niet alleen door de EU als geheel worden uitgebreid, maar ook door de internationale gemeenschap, aangezien die verantwoordelijkheid op wereldniveau momenteel ongelijk is verdeeld. Verdere ontwikkeling in dit verband moet worden gestimuleerd en gestoeld zijn op het Vluchtelingenforum van de VN, waar het beginsel van internationale gedeelde verantwoordelijkheid concreet moet worden ingevuld.

De onderliggende oorzaken van migratie aanpakken

De EVP-Fractie is er vast van overtuigd dat migratie moet worden geïntegreerd in alle relevante EU-beleidsterreinen, in het bijzonder in het ontwikkelings-, handels- en buitenlands beleid van de EU. De EU moet derde landen bijstaan om het aanzienlijke verlies van hoogopgeleide werknemers te beperken. Door investeringen en steun aan derde landen op te voeren, kan de EU irreguliere economische migratie beter voorkomen en tegelijkertijd werkgelegenheid creëren en de economie en de levensstandaard in derde landen versterken. 

De aanpak van de onderliggende oorzaken van migratie, waaronder demografische, klimaat- en economische problemen en conflicten, moet een van de overkoepelende doelstellingen van het EU-ontwikkelingsbeleid zijn. De nadruk moet dus liggen op het verlenen van bijstand bij de ontwikkeling van stabiele instellingen in de naaste omgeving van Europa om zo bij te dragen aan een duurzame maatschappelijke ontwikkeling. De EVP-Fractie pleit voor de volledige uitvoering van het instrument “Europa in de wereld” en voor regelmatige evaluaties om de juiste toepassing ervan te waarborgen. 

Om de migratiekwestie in de kern aan te pakken is partnerschap vereist, met name met Afrika.  Hiervoor is niet alleen meer geld voor ontwikkeling nodig, maar moeten ook stappen worden gezet voor de opzet van een nieuw kader dat beduidend meer particuliere investeringen van beide partners mogelijk maakt. In dit verband voorziet de standpuntnota van de EVP-Fractie over partnerschap met Afrika in een alomvattende benadering, met inbegrip van de aanpak van de onderliggende oorzaken van migratie.

Het is van essentieel belang om samen met de partnerlanden de weerbaarheid en stabiliteit te versterken, en banen en kansen te scheppen voor zowel migranten als vluchtelingen, maar ook voor de gastgemeenschappen. Maatregelen die gericht zijn op de economische ontwikkeling van lokale gemeenschappen en regio’s en die tegelijkertijd de migratiedruk verminderen door de vaardigheden en de inzetbaarheid van onderdanen van derde landen te verbeteren, blijven centraal staan in de kerndoelstellingen van de EVP-Fractie.

De uitbreidingsinspanningen van de EU in de Westelijke Balkan en het actieve nabuurschapsbeleid van de EU bevorderen de welvaart en een sterkere rechtsstaat en zijn dus doeltreffende middelen voor een beter beheer van de migratiestromen. Meer strategische en operationele samenwerking tussen de EU en de landen aan haar oost- en zuidgrenzen moet een integraal onderdeel vormen van deze inspanningen. 

Het gewetenloze visumbeleid van Servië, dat bepaalde landen beloont die de onafhankelijkheid van de Republiek Kosovo niet erkennen, heeft bijgedragen tot de dramatische toename van illegale migratie via de Westelijke Balkanroute uit landen als Burundi, India en Cuba. De EU kan niet voorbijgaan aan de rol die staten spelen bij het creëren van migratiedruk.

Integratie

Hoewel de EU het optreden van de lidstaten op grond van artikel 79, lid 4, VWEU, kan aanmoedigen en ondersteunen, blijft integratie een nationale bevoegdheid. Integratiebeleid en -strategieën blijven echter noodzakelijk voor het welslagen van het asiel- en migratiebeleid van de EU en een belangrijke investering voor de toekomst.

De migratiestromen van de afgelopen jaren maken duidelijk dat er behoefte is aan een doeltreffend beleid voor de integratie van niet-EU-burgers. Integratie is een voorwaarde voor een inclusieve, samenhangende en welvarende samenleving. Wij begrijpen dat integratie een tweerichtingsproces is en dat eerbiediging van de Europese waarden en de rechten en vrijheden die centraal staan in de Unie een onlosmakelijk onderdeel van het integratieproces moet zijn.

Wij roepen op tot een nieuwe aanpak van integratie door de lidstaten, die gericht is op sociale en arbeidsmarktintegratie, het aanbieden van taal- en integratiecursussen met specifieke aandacht voor jonge en vrouwelijke migranten en andere kwetsbare personen, en het aanpakken van de problemen van gemarginaliseerde gemeenschappen, waaronder stedelijke getto’s. Integratie in een zo vroeg mogelijk stadium, door middel van reguliere en gerichte maatregelen, is essentieel voor de algehele sociale samenhang in Europa, en een belangrijke factor voor het beperken van de risico’s op eventuele blootstelling aan criminele netwerken en radicalisering. 

De rechtsstaat en grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting, gendergelijkheid en respect en dialoog tussen religieuze gemeenschappen, zijn essentiële onderdelen van ons waardenstelsel en moeten door iedereen worden geëerbiedigd. Wij kunnen ons geen parallelle samenlevingen veroorloven waarin de kernwaarden van de Unie systematisch worden ondermijnd, en moeten de strijd tegen extremistische ideologieën opvoeren. 

De deelname van alle actoren aan de samenleving is van cruciaal belang, met inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten op het gebied van integratiemaatregelen; dergelijke maatregelen voor alle legaal verblijvende niet-EU-burgers moeten inclusie in plaats van isolement bevorderen, in samenwerking met lokale en regionale autoriteiten die een sleutelrol spelen in de integratieprocessen.

Instrumentalisering

De EU heeft vier keer meegemaakt dat migranten op grote schaal aan haar buitengrenzen werden ingezet als instrument: in februari 2020 aan de Grieks-Turkse grens in Evros; in mei 2020 aan de Spaans-Marokkaanse grens in Ceuta; in de zomer van 2021 door de autoriteiten van Belarus tegen Litouwen, Letland en Polen, en de voortdurende stroom van irreguliere migranten uit Turkije naar Cyprus via de groene lijn. Ondanks pogingen om de EU voor politieke doeleinden te destabiliseren, is het inzetten van migranten als instrument tegen de EU mislukt. Dit is te danken aan de snelle en gecoördineerde reactie van de lidstaten en de grensagentschappen van de EU en bewijst opnieuw hoe belangrijk het is dat de EU te allen tijde over een doeltreffend en geïntegreerd grensbeheersysteem beschikt. Bovendien mislukten deze hybride aanvallen dankzij de samenwerking met landen van herkomst en doorreis om een eind te maken aan het inzetten van migranten als instrument tegen de EU. 

Een doeltreffende controle van de buitengrenzen van de EU voorkomt dat buurlanden migranten als wapen tegen de Unie gebruiken en zorgt ervoor dat de grondrechten van migranten worden geëerbiedigd. In dit verband roept de EVP-Fractie de Commissie ertoe op financiering uit de EU-begroting beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van de fysieke infrastructuur ter versterking van de nationale grensbeschermingssystemen, zoals verzocht door twaalf lidstaten. 

In de toekomst moet de EU snel optreden tegen instrumentalisering door middel van een alomvattende aanpak waarin rekening wordt gehouden met operationele, gerechtelijke, financiële en diplomatieke maatregelen. Dit omvat ook nauwe samenwerking met landen van herkomst en doorreis om op destabilisatie van de EU gericht vertrek en visumbeleid, zoals onlangs gezien aan de EU-grenzen met Servië, te voorkomen. In dit verband moet de EU ook een duurzame oplossing zien te vinden voor de situatie in Cyprus, waar Turkije misbruik maakt van de groene lijn om het verkeer van niet-EU-burgers naar de EU in de hand te werken. 

De EVP-Fractie is een groot voorstander van het voorstel van de Commissie om bepalingen over de instrumentalisering van migranten op te nemen in de Schengengrenscode. Als we onze veiligheid vergroten door vast te houden aan onze Europese waarden en ons niet laten chanteren, geven we ook het juiste signaal af aan degenen die migranten als wapen tegen de EU en haar lidstaten gebruiken of in de verleiding komen dat te doen. 

Getrokken lessen uit de opvang van Oekraïense vluchtelingen

Sinds 24 februari 2022 zijn er bijna 12 miljoen grensoverschrijdingen vanuit Oekraïne geregistreerd, waarvan een grote meerderheid via Polen de Unie is binnengekomen. Duizenden burgers, gezinnen en niet-gouvernementele organisaties hebben hun hart en huis opengesteld voor Oekraïense vluchtelingen. De EVP-fractie is zeer verheugd over de ongekende en eensgezinde solidariteit in reactie op Oekraïne, en over de eerste inwerkingstelling van de richtlijn tijdelijke bescherming (TPD) in haar twintigjarige bestaan.

De TPD is een doeltreffend instrument gebleken om Oekraïense vluchtelingen snel bescherming te bieden en de lidstaten in staat te stellen de massale toestroom doeltreffend te beheren. Tot dusver hebben meer dan 4,4 miljoen Oekraïense burgers tijdelijke bescherming in de EU gekregen, met een breed scala aan rechten, zoals toegang tot de arbeidsmarkt en onderwijs. De EVP-Fractie is ingenomen met de toezegging van de Raad om de toepassing van de TPD met een jaar te verlengen, en Oekraïense vluchtelingen zo zekerheid te bieden over hun rechtsstatus in de EU.

De EVP-Fractie herhaalt dat de inwerkingstelling van de TPD een buitengewone maatregel is om het hoofd te bieden aan de grootschalige migratiebeweging van Oekraïners die vluchten voor de rechtstreekse gevolgen van Ruslands illegale oorlog. De situatie van de Oekraïense vluchtelingen is tot dusver ongekend. Sinds 2017 kunnen Oekraïense burgers de Unie bezoeken voor een periode van negentig dagen zonder dat daarvoor een Schengenvisum vereist is. Door de inwerkingstelling van de TPD in deze specifieke situatie kunnen Oekraïense vluchtelingen nu ook na die negentig dagen legaal in de Unie verblijven, zonder dat de asielstelsels van de lidstaten worden belast.

In september 2020 heeft de Commissie haar voorstel voor een verordening betreffende crisissituaties of overmacht ingediend, waarmee de TPD zou worden ingetrokken. De EVP-Fractie steunt de aanneming van deze verordening, aangezien beter uitvoering moet worden gegeven aan de solidariteit met lidstaten die vanwege hun geografische ligging een onevenredige last dragen. De doelstellingen van de verordening komen echter niet overeen met die van de TPD, en daarom is de EVP-Fractie geen voorstander van de intrekking van de TPD. 

Bovendien is door de opvang van Oekraïners alleen maar duidelijker geworden hoe belangrijk een dynamisch maatschappelijk middenveld is voor de integratie en ondersteuning vanuit de gemeenschap van niet-EU-burgers. EU-financiering om adequate huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg te garanderen is van vitaal belang om de lidstaten en met name de lokale autoriteiten te ondersteunen bij het dekken van de kosten en het verlenen van betere bijstand aan degenen die de illegale oorlog van Poetin in Oekraïne ontvluchten. Het is zaak dat de EU de lidstaten en de lokale autoriteiten blijft steunen na de verlenging van de TPD. De EVP-Fractie spoort de lidstaten er voorts toe aan te waarborgen dat Oekraïense vluchtelingen volledige toegang hebben tot de arbeidsmarkt en taallessen om hun integratie verder te bevorderen. Vanuit het perspectief van de circulaire economie zou dit ook kunnen bijdragen aan de wederopbouw van Oekraïne als de oorlog eenmaal voorbij is. 

Toch heeft de opvang van Oekraïense vluchtelingen ook de beperkte capaciteit van de opvangstelsels van de lidstaten blootgelegd. Verder is opnieuw gebleken dat er dringend snel onderscheid moet worden gemaakt tussen vluchtelingen of mensen die internationale bescherming genieten en economische migranten. In 2021 hebben de EU-lidstaten 524 400 asielbesluiten genomen, waarvan slechts 39 % positief. Dat betekent dat de grote meerderheid van de mensen die asiel aanvragen niet in aanmerking komt voor internationale bescherming. Daarnaast is het terugkeerpercentage veel te laag. 

Klimaat-gerelateerde migratie

Klimaatverandering is al een onderliggende factor voor migratie of ontheemding, en er zullen naar verwachting meer mensen gaan migreren vanwege de effecten van klimaatverandering op hun levensonderhoud, gewapende conflicten, voedsel- en waterzekerheid. Het is een dreigingsmultiplicator voor bestaande spanningen en uitdagingen in de ontwikkelingswereld. Volgens een verslag van de Wereldbank zouden 216 miljoen mensen zich tegen 2050 gedwongen zien binnen hun eigen land te migreren vanwege klimaatverandering. Deze “hotspots” van klimaatmigratie zouden al in 2030 ontstaan en verergeren tegen 2050. 

De EU moet zich buigen over de definitieve effecten die klimaatverandering in de toekomst zal hebben op de migratiestromen naar de Unie. Droogte, temperatuurstijgingen en andere extreme weereffecten zullen niet alleen leiden tot grote volksverhuizingen, maar ook schaarste veroorzaken.

Klimaatverandering is echter geen geldige grond voor bescherming in het kader van het EU-acquis op het gebied van asiel of het internationale vluchtelingenstelsel. Het is van cruciaal belang dat het humanitaire en ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de EU aanpassing aan de klimaatverandering ondersteunen, bijdragen tot meer weerbaarheid en de beperking van het rampenrisico in derde landen versterken, als een manier om de gevolgen van klimaatverandering voor de menselijke mobiliteit te verzachten.

In dit verband ondermijnt het hoge armoedepercentage in diverse derde landen de weerbaarheid van de lokale bevolking, en daarom is een hernieuwde focus op economische groei en het scheppen van werkgelegenheid essentieel om sociaal-economische uitdagingen het hoofd te bieden. Asiel in Europa mag geen permanente oplossing worden voor mondiale onrechtvaardigheid. 

Andere gerelateerde inhoud