In één jaar heeft het EPP de programmatische visie omgezet in realiteit

In een tijd die gekenmerkt wordt door pogingen om verouderde imperia weer op te bouwen, waarin geweld de overhand lijkt te krijgen op diplomatie, houdt iedereen zich bezig met de vraag welke rol Europa moet spelen. Het is duidelijk dat het aanpakken van deze zorg geen gemakkelijke taak is, en vandaag de dag, misschien wel meer dan ooit, vereist het van gekozen functionarissen en leiders dat ze niet alleen een echte visie presenteren, maar ook concrete actieplannen.

Een jaar geleden gaven de Europeanen ons een duidelijk mandaat door 188 EVP-leden naar het Europees Parlement te sturen. Sindsdien zijn we niet gestopt met werken en hebben we nieuwe initiatieven gelanceerd die het dagelijks leven van mensen verbeteren en de EU beter in staat stellen om grote uitdagingen aan te gaan.

Het eerste en essentiële punt: Defensie. Op dit gebied hebben we reuzenstappen gezet. Onder onze impuls heeft de Commissie voor het eerst een commissaris voor Defensie benoemd en het programma ReArm Europe van 800 miljard euro gepresenteerd, dat gericht is op het versterken van onze capaciteiten en het ondersteunen van Oekraïne. Daarnaast hebben we ons ingespannen om de samenwerking en coördinatie tussen nationale legers te versterken en de marktversnippering, die ons verzwakt, te verminderen. Met het EDIP-programma bieden we bijvoorbeeld eindelijk de mogelijkheid om de Europese preferentie bij militaire aankopen te versterken. Dit is een grote stap voorwaarts en we moeten nog verder gaan door onze bedrijven flexibiliteit en budgettaire voorspelbaarheid te bieden, particuliere investeringen in deze sector te stimuleren en een interne markt voor defensie te creëren. Bovendien is het tijd om, vooruitkijkend met een langetermijnvisie, de deur open te zetten voor andere ambitieuze projecten, zoals een gezamenlijk en interoperabel raketschild, gezamenlijke satelliet- en drone-programma's, of de oprichting van een "cyberbrigade" om online criminaliteit te bestrijden.

Het versterken van de veiligheid van Europa hangt ook af van de volledige controle van onze buitengrenzen en het beheersen van de migratie. Sinds 2015 en de ongekende migratiecrisis heeft de door de EVP geleide Commissie voortdurend concrete oplossingen voorgesteld om de urgentie en de gevolgen van deze uitdaging aan te pakken. De definitieve goedkeuring van het Asiel- en Migratiepact vorig jaar is de hoeksteen van deze langetermijninspanning. Nu, met het nieuwe terugkeerbeleid, gaan we nog verder: snellere en meer geharmoniseerde procedures, wederzijdse erkenning van terugkeerbesluiten en duidelijkere verplichtingen met zwaardere consequenties. In de EVP-Fractie verwelkomen we dit voorstel en zijn we klaar om zware onderhandelingen aan te gaan met de andere fracties in het Europees Parlement om een tekst af te ronden die zowel stevig als doeltreffend is. Andere voorstellen zitten in de pijplijn, waaronder de verordening over veilige landen van herkomst en de herziening van het concept van veilige derde landen. Migratiesoevereiniteit vereist een sterke solidariteit tussen Europese staten, en daar werken we elke dag aan. Onze acties werpen vruchten af: het aantal illegale grensoverschrijdingen naar de Europese Unie is in de eerste vijf maanden van 2025 met 20% gedaald.

Het derde punt, en misschien wel het verst gevorderd, is vereenvoudiging van de regelgeving. Bureaucratie kost Europa 150 miljard euro per jaar - een buitensporige last, die het zwaarst wordt gevoeld door miljoenen bedrijven, vooral kleine en middelgrote ondernemingen. De PPE-Fractie voert deze strijd al jaren en eindelijk zien we resultaten. De Commissie heeft een belangrijk vereenvoudigingsinitiatief voor regelgeving (Omnibus) geïntroduceerd, dat tot doel heeft €6 miljard aan directe kosten te besparen. Symbolisch voor deze schadelijke wetgevende inflatie zijn de richtlijn over duurzaamheidsrapportage en de richtlijn over due diligence van bedrijven nu opgeschort. We laten onze waarden op het gebied van duurzaamheid niet los; we zorgen ervoor dat ze werken. Het doel is om de duurzaamheidsagenda van Europa te vereenvoudigen, niet te verzwakken. Op deze manier hebben we ook gezorgd voor de opschorting van de richtlijn inzake groene claims, een bureaucratisch monster dat bedrijven in zijn huidige vorm alleen maar zou hebben ontmoedigd om zich in te zetten voor duurzaamheid. Op dit gebied heeft links, net als op vele andere gebieden, niets gedaan om ons te helpen.

Nauw verbonden met vereenvoudiging is het opzetten van een kader dat het concurrentievermogen ondersteunt een van onze topprioriteiten in de beginfase van deze zittingsperiode. Om deze langetermijntaak te leiden, is de Clean Industrial Deal ons belangrijkste instrument. Dit nieuwe programma is niet slechts een semantische evolutie van de Green Deal, maar legt de basis voor een echte Copernicaanse revolutie in de EU, waarbij het industriële concurrentievermogen voor het eerst centraal komt te staan in ons beleid. Dit broodnodige transformatieplan voor energie-intensieve industrieën en de schone technologiesector biedt betere toegang tot kapitaal en betaalbare energie, stelt kritieke grondstoffen veilig en versnelt vergunningsprocedures. We hebben ook de auto-industrie gesteund door te zorgen voor meer flexibiliteit bij het halen van de emissiereductiedoelstellingen voor 2025-2027, door schadelijke boetes te vermijden en tegelijkertijd de klimaatambitie te behouden, en door een herziening van het verbod op verbrandingsmotoren te bewerkstelligen, dat nu gepland staat voor 2025. Bovendien zullen concurrentievermogen en mkb-controles nu systematisch worden opgenomen in de effectbeoordelingen van de Commissie voor alle relevante wetgevingsvoorstellen. Bedrijfsleiders blijven ons tijdens onze vergaderingen zeggen: "Houd rekening met ons voordat je nieuwe wetten voorstelt. We hebben naar hen geluisterd.

Als partij van werknemers is de EVP-Fractie ook de partij van boeren en vissers. Zorgen voor goede leef- en werkomstandigheden voor degenen die ons voeden en onze voedselzekerheid garanderen is helder denken. Onder ons leiderschap heeft de Commissie eindelijk concrete maatregelen aangekondigd in haar visie op landbouw en voedsel, waaronder een Generationele Vernieuwingsstrategie en een betere afstemming tussen de productienormen van de EU en die voor import. Dankzij de vereenvoudiging van het GLB zullen kleine landbouwbedrijven een speciale behandeling krijgen, zullen de inspecties ter plaatse worden verminderd en zullen de regels voor blijvend grasland flexibeler worden. Het verminderen van het papierwerk dat elke avond na een lange dag werken op een boer wacht, is een stap vooruit waar professionals en de PPE-Fractie al lang om vragen. We komen onze beloften na. Ook op het gebied van visserij en aquacultuur worden nieuwe maatregelen ingevoerd, met name om de modernisering van vissersvloten te helpen financieren, vooral de ambachtelijke visserij. Deze inspanningen vormen de kern van het oceanenpact, dat we in belangrijke mate hebben helpen vormgeven.

Dit wetgevingsmandaat is een keerpunt. Tegen het einde van 2027 zullen meer dan 200 miljoen Europeanen hebben gestemd en zullen veel nationale verkiezingen van cruciaal belang zijn. De toekomst van de EU staat op het spel en de echte strijd zal niet gaan tussen links en rechts, maar tussen ons en de extremen. De Unie heeft beslissingen nodig. We hebben actie nodig. We hebben leiderschap nodig dat vooruitgang stimuleert.

Een jaar geleden deed de EVP-Fractie een belofte: een Europa opbouwen dat veilig is voor zijn burgers; dat zijn grenzen en zichzelf verdedigt; dat concurrentievermogen stimuleert en bureaucratie vermindert; en dat achter zijn boeren en vissers staat om gezond en betaalbaar voedsel te garanderen. De Europeanen hebben dat programma met een overweldigende meerderheid gesteund en ons een duidelijk mandaat gegeven. In slechts één jaar heeft de PPE-Fractie die programmatische visie stap voor stap omgezet in Europese realiteit.