EP spoort Servië aan haatzaaiende uitspraken van beschuldigde oorlogsmisdadiger Šešelj te veroordelen

Op voorstel van de EPP-fractie heeft het Europees Parlement (EP) een dringende resolutie aangenomen over 'Servië: de zaak van de beschuldigde oorlogsmisdadiger Šešelj'.

Na de voorlopige vrijlating door het ICTY van Vojislav Šešelj, de voorzitter van de Servische Radicale Partij die is aangeklaagd voor misdaden tegen de menselijkheid en schendingen van de wetten en gebruiken van de oorlog in Kroatië, Bosnië en Herzegovina en Vojvodina (Servië) in het begin van de jaren 1990, Het Europees Parlement heeft zijn recente oorlogszuchtige gedrag en het aanzetten tot haat jegens niet-Servische volkeren, het aanmoedigen van territoriale aanspraken (het 'Groter Servië'-project) tegen buurlanden, waaronder EU-lidstaat Kroatië, en pogingen om de Europese weg van Servië te doen ontsporen, scherp veroordeeld.

"Het is een kwestie van Europese waarden: als Servië als kandidaat-lidstaat tot de Europese Unie wil toetreden, moeten de autoriteiten het ontoelaatbare gedrag van Šešelj duidelijk veroordelen. Het is in het belang van de Europese toekomst van Servië", zei Andrej Plenković, vicevoorzitter van de Commissie buitenlandse zaken en auteur van de resolutie. Het EP nam met bezorgdheid kennis van het ontbreken van een adequate politieke reactie en juridische reactie van de Servische autoriteiten met betrekking tot de haatzaaiende uitspraken van Šešelj na zijn voorlopige vrijlating.

Plenković voegde daaraan toe: "Het ICTY moet vastberaden actie ondernemen om het vertrouwen van het publiek in het werk van het Tribunaal te herbevestigen." De resolutie van het EP roept het ICTY en het Bureau van de Aanklager van het ICTY op om opnieuw te onderzoeken of er eisen zijn gesteld aan de voorlopige vrijlating van Šešelj onder nieuwe omstandigheden; Šešelj's secundaire slachtofferschap van de oorlogsslachtoffers en de aankondiging dat hij niet vrijwillig naar Den Haag zal terugkeren als daarom wordt gevraagd.